This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
2.4.3 Rijke mannen vs. nieuwe politieke partijen
2.4.2 Rijke mannen in het kabinet
2.4.3 ARP
2.4.4 Katholieke en Liberale Partijen
2.4.5 Arbeiderspartijen
2.4.6 Nederland wordt een democratie
Slide 1 - Slide
Grondwet 1814
Grondwet 1848
Eerste kamer wordt gekozen door de provincies
Willem II
constitutionele monarchie
parlementaire constitutionele monarchie
Eerste kamer wordt gekozen door de koning
Willem I
Slide 2 - Drag question
Waarom was thorbecke tegen het algemeen kiesrecht? omdat Thorbecke....
A
Vrouwen minderwaardig vond
B
Dacht dat burgerij zelf voordeel wilde halen
C
Dacht dat niet iedereen slim genoeg was
D
Bang was voor heerschappij van het gepeupel
Slide 3 - Quiz
In 1848 heeft Thorbecke de grondwet geschreven. Thorbecke schreef: 'de koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk.' Thorbecke vond het belangrijk dat mensen vrij waren.
Thorbecke was een ...
A
Liberaal
B
Conservatief
C
Confessioneel
D
Socialist
Slide 4 - Quiz
Willem I
Willem II
Willem III
Wilhelmina
Juliana
Beatrix
Slide 5 - Drag question
Rijke mannen in 't parlement ...
Thorbecke:
Niet iedereen geschikt voor de Volksvertegenwoordiging
Censuskiesrecht
23 jaar - bepaald belastingbedrag betalen
(vrouwen en arme mannen dus niet)
Slide 6 - Slide
ARP
De 1e politieke partij
Abraham Kuyper (predikant)
wil dat overheid ook godsdienstige scholen betaalde
Schoolstrijd
1897: Richt ARP (anti revolutionaire partij op)
- Woord van God
- Tegen ideeën van verlichting
- Confessioneel
Slide 7 - Slide
Katholiek/Liberaal
Na ARP meer politieke partijen
1896: RKSP
Priester Herman Schaepman
- Belangen katholieken
- Bekostiging religieuze scholen
- Confessioneel
Liberalen
1885: Liberale Partij
Slide 8 - Slide
Arbeiderspartijen
De Sociale Kwestie
(vanaf 1870 industrialisatie)
1882: Sociaal-Democratische Bond (SDB)
Predikant Ferdinand Domela Nieuwenhuis
- Tegen bestaande politiek, parlement, koning en kerk