This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Goedemiddag
Telefoon op stil in de (telefoon)tas.
Ga rustig zitten.
Open je boek alvast op blz. 26-27.
Laat je iPad in de tas.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Waar werken in deze les naartoe?
Je weet het verschil tussen hoofd- en bijzaken.
Je weet waar je op moet letten als je informatie moet selecteren uit een video.
Slide 3 - Slide
Deze les 45 minuten
10 minuten
5 minuten
10 minuten
10 munten
5 minuten
Uitleg Kijken en luisteren H1
Opdracht 2
Opdracht 3
Opdracht 4 (online boek)
Afronden en vooruitblikken
Slide 4 - Slide
Wat doe jij als je informatie uit een video moet halen?
Slide 5 - Mind map
Hoe ben je aan je antwoorden op de kijkvragen gekomen?
Slide 6 - Mind map
Informatie selecteren
Als je informatie zoekt (voor een werkstuk bijvoorbeeld), kun je teksten lezen op internet of in boeken. Je kunt ook kijken en luisteren naar een programma of video over jouw onderwerp.
Tijdens het kijken kun je aantekeningen maken. Je let dan op de hoofdzaken van de video of het programma.
Slide 7 - Slide
Informatie selecteren
Het doel van de video of het programma. Informeren of overtuigen? Je kunt dan bepalen hoe betrouwbaar de informatie is (en of je die kunt gebruiken).
Het begin. Hierin wordt meestal het onderwerp benoemd. Je weet dan of het nut heeft om de video verder te kijken.
Waar let je op?
Slide 8 - Slide
Het doel van het programma
Wil de maker alleen informatie geven?
Of wil hij zijn mening geven of reclame maken?
Als je het doel van het programma weet kun je inschatten hoe betrouwbaar / hoe bruikbaar de informatie voor jou is.
Slide 9 - Slide
Het begin van het programma
In het begin van een programma wordt meestal het onderwerp genoemd.
Je weet meteen of je verder moet kijken.
Soms worden ook al deelonderwerpen genoemd, dan weet je wanneer het voor jou interessant wordt.
Slide 10 - Slide
Informatie selecteren
Signalen van de sprekers. Ik zal een aantal voorbeelden geven, Een nadeel is wel.... Deze signalen geven vaak aan dat het antwoord op een vraag gaat komen.
De beelden. Die geven soms extra informatie of verduidelijken wat er in de video wordt gezegd.
Waar let je op?
Slide 11 - Slide
Je maakt een werkstuk over passagiersvliegtuigen. Wat kun je gebruiken?
A
Een reclamespot van de KLM
B
Een informatiefilmpje over de luchtmacht
C
Een klokhuis-reportage over passagiersvliegtuigen
D
Een interview met een milieuactivist
Slide 12 - Quiz
Je kijkt een journaal terug, omdat je iets over een bepaald onderwerp wilt weten. Hoe pak je dat aan?
Slide 13 - Open question
Opdracht 2 en 3
Wat
Hoofdstuk 1: Grenzen paragraaf 3: Kijken en luisteren.
Opdracht 2 en 3 (blz. 27).
Hoe
Fluisterend.
Hulp
In overleg met degene naast je.
Tijd
10 minuten.
Klaar
Neem Woordenschat H1 alvast door (blz. 30-35).
timer
10:00
Slide 14 - Slide
Opdracht 4
Wat
Hoofdstuk 1: Grenzen paragraaf 3: Kijken en luisteren.
Opdracht 4. Magister -> Leermiddelen -> ne
Hoe
Fluisterend.
Hulp
In overleg met degene naast je.
Tijd
10 minuten.
Klaar?
Neem Woordenschat H1 alvast door (blz. 30-35).
timer
10:00
Slide 15 - Slide
Waar let je op als je informatie uit een video of programma moet selecteren?
A
Het doel van de video of het programma
B
De lengte van de video of het programma
C
De datum van de video of het programma
D
Signalen van sprekers
Slide 16 - Quiz
'Het begin van een programma of video is belangrijk, omdat in dit gedeelte het onderwerp duidelijk wordt.'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Waar werken in deze les naartoe?
Je weet het verschil tussen hoofd- en bijzaken.
Je weet waar je op moet letten als je informatie moet selecteren uit een video.