Grammatica ZD: Les 6 (Samengestelde zin)

Welkom!
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 
Aan het eind van deze les...

  • ... ken je het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zinnen.
  • ... ken je het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoudig en samengesteld
Enkelvoudige en samengestelde zin

Waaraan kan je zien of iets een enkelvoudige of samengestelde zin is?

  • Enkelvoudige zin heeft 1 persoonsvorm.
  • Samengestelde zin heeft meerdere persoonsvormen.
  • Gebruik de tijdproef!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoudige en samengestelde zin. 
Enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Ik houd van voetbal.

Ik zat gisteren heerlijk op de bank te Netflixen.  
Ik ga naar huis en ik ga eten koken. 

Mijn vrouw eet mijn pasta niet, omdat het onwijs vies smaakt.   

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoudig of samengesteld?

Mijn neefje zegt dat hij dat ook vindt.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Enkelvoudig of samengesteld?
Karel leest een boek.

A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Enkelvoudig of samengesteld?
Het is al laat, maar ik kom toch vanmiddag.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Samengestelde zinnen


Mogelijke combinaties:


Hoofdzin + Bijzin 

Bijzin + Hoofdzin

Hoofdzin + Hoofdzin



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoofdzin (HZ)

-> onderwerp en persoonsvorm naast elkaar: er kan niets 

      tussen staan.


Voorbeeld:

Alle boeken van Harry Potter zijn beroemd.  ->

Alle boeken van Harry Potter niet zijn beroemd.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bijzin (BZ)

- Tussen de persoonsvorm en het onderwerp kunnen wel                    andere woorden of zinsdelen staan, maar dit hoeft niet



Voorbeeld:

Omdat Jip het warm heeft, zet hij de verwarming lager.

Omdat Jip het niet warm heeft, zet hij de verwarming lager.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken hoofd- en bijzin

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoofdzin of bijzin?

'Ik ga morgen naar de kapper.'
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 12 - Quiz

Het onderwerp (ik) staat naast de persoonsvorm (ga).
Hoofdzin of bijzin?

'... als ik mijn pianoles kan afzeggen.'
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 13 - Quiz

Het onderwerp (ik) staat niet naast de persoonsvorm (kan).
1a [Ik ben in Griekenland geweest], 1b omdat [mijn moeder daar is opgegroeid.]
A
a en b zijn beide HZ
B
a is HZ, b is BZ
C
a is BZ, b is HZ
D
a en b zijn beide BZ

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

2a [Mijn moeder heeft me straf gegeven,] want
2b [ik was een uur te laat thuis.]
A
a en b zijn beide HZ
B
a en b zijn beide BZ
C
a is HZ, b is BZ
D
a is BZ, b is HZ

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Zelf aan de slag
Maak (online): Grammatica, §9 Samengestelde zin, opdr. 1 t/m 3.

Ben je klaar?
1. Verder lezen in je boek.
2. HW ander vak afmaken.
3. Toets ander vak leren.


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Einde van de les

Slide 17 - Slide

This item has no instructions