VOLK

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Fictie

Programma

• Lesdoelen
• Herhaling
• Lezen
• Theorie
• Verwerking

Lesdoelen

• Aan het einde van de les heb je kennis gemaakt met het boek VOLK. 
• Aan het einde van de les kan je het verhaal analyseren op basis van een aantal begrippen.
• Aan het einde van de les kan je het verhaal met behulp van beoordelingswoorden beoordelen.

Begrippen

• Hoofdpersoon 
• Bijfiguren
• Onderwerp
• Thema('s)
• Genre
• Beoordelingswoorden

Kies twee begrippen en werk deze uit.

Hoe maak je een verhaal spannender?

• Gevaarlijke omgeving
• Gevaarlijke situatie
• Onverwachte wending
• Cliffhanger
• Vermoeden
• Uitstel

Wanneer is een verhaal realistisch?

Realistisch:

• Mensen lijken echt in wat ze doen en zeggen.
• De omgeving lijkt echt.
• Gebeurtenissen zijn in werkelijkheid ook mogelijk.
• Er komen mensen en plaatsen in voor die echt (hebben) bestaan.

Wat maakt een verhaal minder realistisch?

Wanneer is een verhaal minder realistisch:

• Mensen lijken onecht in wat ze doen of zeggen.
• De wereld is verzonnen.
• Er zijn heel veel toevalligheden.
• Er komen verzonnen wezen en fantasiefiguren voor. 

Lezen

• Lees het leesfragment uit VOLK.

Geef je mening over het verhaal.
Gebruik twee beoordelingswoorden.

In welk genre zou je dit verhaal indelen?

Verwerking

• Wat? Maak een realismelijn waarop je dit leesfragment uit VOLK indeelt.
• Hoe? Op papier
• Hulp? Buur of docent
• Tijd? tot einde les
• Klaar? lezen/schoolwerk