Klas 3 - §2.2 - Periodiek systeem - LHE

Hoofdstuk 2: Bouwstenen van stoffen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: Bouwstenen van stoffen

Slide 1 - Slide

H2.2 Periodiek Systeem der Elementen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 2.2      (niet opschrijven) 
  • Je kunt vertellen dat moleculen uit atomen bestaan

  • Je kunt het verschil opnoemen tussen een verbinding en een niet-ontleedbare stof

  • Je kent 36 belangrijke atoomsoorten en hun symbool

  • Je kunt uitleggen hoe het periodiek systeem is opgebouwd, en kent de naam van de vier belangrijke groepen 

Slide 3 - Slide

Atomen
In 2.1 leerde je dat moleculen de bouwstenen van stoffen zijn

Moleculen bestaan zelf ook uit kleinere deeltjes, atomen!

Atomen: atomen zijn de bouwstenen van moleculen, twee of meer atomen vormen samen een molecuul

                                                               cafeïne molecuul

Slide 4 - Slide

Verbindingen / niet-ontleedbare stof
Het cafeïne molecuul wat je hier ziet is een verbinding.

Verbinding: een molecuul dat bestaat uit  meerdere atoomsoorten 
dit noem je ookwel een ontleedbare stof
Niet-ontleedbare stof: molecuul dat bestaat uit maar één atoomsoort.

voorbeeld: het zuurstof molecuul hiernaast:   O2                                                              

Slide 5 - Slide

Sleep de modellen naar de juiste categorie. Is de afgebeelde stof een verbinding of niet??
Verbinding /
Ontleedbare stof
Niet-ontleedbare stof

Slide 6 - Drag question

Periodiek systeem (achterin je boek)
  • Het Periodiek systeem der elementen
  • Mendeleev

  • 118 atoomsoorten
  • Metalen, metalloïden en 
    niet-metalen
  • Symbolen

  • Periode
  • Groepen:                  zelfde groep = overeenkomende eigenschappen

Slide 7 - Slide

Deze moet je kennen voor elke toets
Groep 1: alkalimetalen                       (zéér reactief)
Groep 2: aardalkalimetalen                (reactief)
Groep 17: halogenen                          (zéér reactief)
Groep 18: edelgassen                        (zéér onreactief)

Je moet de namen van deze vier groepen kennen.




Slide 8 - Slide

Deze moet je kennen voor elke toets

Slide 9 - Slide

Ureum is een afvalstof van het lichaam. Het ontstaat bij de
afbraak van aminozuren. Hiernaast staat een model van ureum.
Ieder bolletje stelt een atoom voor in het molecuul van ureum.
Welke vier atoomsoorten (namen) komen voor in ureum?

Slide 10 - Open question

Sleep de atoomsoorten naar hun juiste symbool
(1 blijft er leeg)
C
N
O
S
H
P
F
waterstof
zuurstof
koolstof
zwavel
stikstof
fosfor

Slide 11 - Drag question

Zwavel, bijbehorend symbool S, is een niet-metaal. In zuivere vorm komt zwavel voor als een lichtgeel poeder.
Het kan gebruikt worden om bepaalde gewassen te beschermen. Welke atoomsoort lijkt
qua eigenschappen het meest op zwavel?
A
Fosfor
B
Chloor
C
Seleen
D
Kalium

Slide 12 - Quiz

Geen moleculen, maar atomen
Twee soorten stoffen vormen geen moleculen           Voorstelling van helium op microniveau

Metalen vormen geen moleculen
Edelgassen (groep 18) blijven atomen






Voorstelling van zink en natrium op microniveau

Slide 13 - Slide

Welke van deze atoomsoorten kunnen moleculen vormen, en welke niet?
Vormt moleculen
Vormt geen moleculen

Slide 14 - Drag question

Aan de slag met huiswerk voor 2.2
- Lees de paragraaf tekst in je boek en maak de opgaven:
3H:    18, 20, 23 t/m 25, 26a, 28 t/m 30
3V:     18, 20, 21, 23 t/m 29


- Volgende les is er controle en komen de uitwerkingen op Classroom
- Klaar? Lees alvast 2.3 en oefen met de "A-niveau" opgaven uit paragraaf 2.3

Slide 15 - Slide

Nu kun je
  • Je kunt vertellen dat moleculen uit atomen bestaan

  • Je kunt het verschil opnoemen tussen een verbinding en een niet-ontleedbare stof

  • Je kent 36 belangrijke atoomsoorten en hun symbool

  • Je kunt uitleggen hoe het periodiek systeem is opgebouwd, en kent de naam van de vier belangrijke groepen 

Slide 16 - Slide