26-11 taal woordenschat
Comfortabel
A
extra gemakkelijk en fijn
B
gemakkelijk en fijn
C
Eenvoudig
1 / 12
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Comfortabel
A
extra gemakkelijk en fijn
B
gemakkelijk en fijn
C
Eenvoudig
Slide 1 - Quiz
Luxueus
A
extra gemakkelijk en fijn
B
gemakkelijk en fijn
C
eenvoudig
Slide 2 - Quiz
Primitief
A
extra gemakkelijk en fijn
B
gemakkelijk en fijn
C
eenvoudig
Slide 3 - Quiz
Overbruggen
A
Voorbijgaan
B
De tijdsduur, hoelang iets duurt
C
een tijd doorbrengen of een afstand afleggen
Slide 4 - Quiz
Verstrijken
A
Voorbijgaan
B
De tijdsduur, hoelang iets duurt
C
een tijd doorbrengen of een afstand afleggen
Slide 5 - Quiz
De tijdspanne
A
Voorbijgaan
B
De tijdsduur, hoelang iets duurt
C
een tijd doorbrengen of een afstand afleggen
Slide 6 - Quiz
Euforisch
A
Manier van denken
B
Heel blij
C
Oplossen, ontcijferen
Slide 7 - Quiz
Ontrafelen
A
Manier van denken
B
Heel blij
C
Oplossen, ontcijferen
Slide 8 - Quiz
de gedachtengang
A
Manier van denken
B
Heel blij
C
Oplossen, ontcijferen
Slide 9 - Quiz
Eropuit trekken
A
In bezit nemen
B
de tijd gaat heel snel voorbij
C
Ergens naartoe gaan
Slide 10 - Quiz
in beslag nemen
A
In bezit nemen
B
de tijd gaat heel snel voorbij
C
Ergens naartoe gaan
Slide 11 - Quiz
de tijd vliegt
A
In bezit nemen
B
de tijd gaat heel snel voorbij
C
Ergens naartoe gaan
