Ethiek: Ontdek de Verschillende Stromingen

Ethiek: Ontdek de Verschillende Stromingen

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen jullie de hoofdstromen van ethiek (deugdenethiek, deontologie en consequentialisme) begrijpen en toepassen op ethische dilemma's.

Wat weet je al over ethiek?

Wat is Ethiek?

Ethiek gaat over wat goed of slecht is en hoe we ons moeten gedragen. Het draait om morele principes en normen.

Hoofdstromen van Ethiek

Deugdenethiek richt zich op karakter en deugden. Deontologie legt de nadruk op plicht en regels. Consequentialisme kijkt naar de gevolgen van acties.

Interactieve Theorie

Verdeel de klas in groepen en geef elke groep een hoofdstroom. Laat ze een korte presentatie voorbereiden over de toepassing van die stroming op een ethisch dilemma.

Ethisch Dilemma 1

Een arts heeft de keuze om een levensreddende operatie uit te voeren, die zeer duur is en mogelijk niet succesvol, of om de patiënt te laten sterven. Hoe zouden de verschillende ethische stromingen deze keuze benaderen?

Ethisch Dilemma 2

Een bedrijf overweegt om goedkope arbeidskrachten in te huren in ontwikkelingslanden, wat veel winst oplevert maar slechte arbeidsomstandigheden met zich meebrengt. Hoe zouden de verschillende ethische stromingen deze situatie beoordelen?

Discussie en Reflectie

Leid een klassikale discussie over de besproken ethische dilemma's en de benadering van elke ethische stroming. Laat studenten reflecteren op hun eigen standpunt.

Samenvatting

Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk het belang van het begrijpen van verschillende ethische stromingen in sociaal werk.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.