Positief denken en doen

  positief denken en doen
doelen:
* ik kan uitleggen wat postief denken en doen betekent
* Ik weet dat gedachten het gedrag beinvloeden 
("waarom doe ik dingen?) 



1 / 20
next
Slide 1: Slide
SovaPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  positief denken en doen
doelen:
* ik kan uitleggen wat postief denken en doen betekent
* Ik weet dat gedachten het gedrag beinvloeden 
("waarom doe ik dingen?) 



Slide 1 - Slide

Wat betekent positief en negatief gedrag?

Slide 2 - Open question

Noem voorbeelden van positief gedrag?

Slide 3 - Mind map

Wat zijn voorbeelden van negatief gedrag?

Slide 4 - Mind map

Gedrag wordt beinvloed door onze emoties..........

Slide 5 - Slide

Wat zijn emoties?
A
zielige mensen
B
gedrag
C
poppetjes
D
gevoelens

Slide 6 - Quiz

Welke emoties ken jij?

Slide 7 - Mind map

positieve en negatieve gedachten

Slide 8 - Slide

Waar denk je aan bij positieve of negatieve gedachten?

Slide 9 - Mind map

Gedachten, gevoel en gedrag
Gedachten zijn sterk. 
Ze bepalen hoe  jij je voelt. Hoe  jij je voelt, bepaalt hoe jij je gedraagt.

Een positieve of een negatieve gedachte heeft dus invloed op jouw gedrag!

Slide 10 - Slide

Je krijgt een toets. Je ziet er tegenop en hebt buikpijn. Je denkt dat je deze toets gaat verknallen. Je meldt je ziek.
A
Dit is een positieve gedachte
B
Dit is een negatieve gedachte

Slide 11 - Quiz

Je krijgt een toets. Je ziet er tegenop en hebt buikpijn. Je denkt dat je deze toets gaat verknallen. Je meldt je ziek.
Wat voor gedrag lees jij hierboven?

Slide 12 - Open question

Je hebt vorige week een meisje ontmoet in de supermarkt.
Je kwam haar gisteren op straat tegen en zwaaide naar haar. Ze zwaaide niet terug.
Je denkt dat ze jou niet leuk vindt.
Je zegt haar geen gedag meer als je haar weer ziet in de supermarkt.
A
Dit is een positieve gedachte
B
Dit is een negatieve gedachte

Slide 13 - Quiz

Je hebt vorige week een meisje ontmoet in de sportschool.
Je kwam haar gisteren op straat tegen en zwaaide naar haar. Ze zwaaide niet terug. Je denkt dat ze jou niet leuk vindt.
Je zegt haar geen gedag meer als je haar weer ziet op de sportschool.
Welk gedrag lees je hier?

Slide 14 - Open question

Een vriend vraagt of je mee wil doen aan een voetbalwedstrijd.
Je hebt een tijd niet meer gevoetbald.
Je denkt, ik zie het wel, ik ga meedoen.
A
Dit is een positieve gedachte
B
Dit is een negatieve gedachte

Slide 15 - Quiz

Een vriend vraagt of je mee wil doen aan een voetbalwedstrijd. Je hebt een tijd niet meer gevoetbald.
Je denkt, ik zie het wel, ik ga meedoen.
Welk gedrag lees je hier?

Slide 16 - Open question

Ik ben niet slim genoeg
Ik kan het toch niet.
Ik ben dom.
Als ik faal ben ik een loser.
Ik durf dat echt niet.
Oh leuk! Ik zie wel hoe het gaat.
Ik denk wel dat ik het kan.
Ik probeer het gewoon.
Het is niet erg als het niet lukt.
Ik leer door te proberen.

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Slide

Het is belangrijk:
te weten dat jouw gedachtes van invloed zijn op jouw gevoel.
En dat jouw gevoel ervoor zorgt hoe jij je gedraagt..........

Slide 19 - Slide

Je kunt je eigen gedrag dus sturen!

Slide 20 - Slide