This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Wat leer je deze les?
gevoelens benoemen
weten waar ze door worden gevormd
het 5G model begrijpen
Slide 1 - Slide
5G
Gebeurtenis
gedachte
gevoel
gedrag
gevolg
Slide 2 - Slide
Gevoel Emoties
Slide 3 - Slide
Noem 2 emoties
Slide 4 - Mind map
Waar word jij blij of gelukkig van?
Slide 5 - Open question
Welke emotie voel jij als iemand ruzie maakt?
Slide 6 - Open question
Hoe vaak maak jij ruzie?
Elke dag
Elke week
Soms
Nooit
Slide 7 - Poll
Hoe vaak ben jij boos?
Elke dag
Elke week
Soms
Nooit
Slide 8 - Poll
Hoe uit jij je boosheid? (dus wat doe je als je boos bent?)
Slide 9 - Open question
Ieder zijn eigen verhaal en (reageert+kijkt) anders
Slide 10 - Slide
Gedachten
Gedachten zijn sterk. Ze bepalen hoe jij je voelt. Hoe jij je voelt, bepaalt hoe dat jij je gedraagt (Gedrag)
Je een positieve of een negatieve gedachte.
Slide 11 - Slide
Je krijgt een toets. Je ziet er tegenop en hebt buikpijn. Je denkt dat je deze toets gaat verknallen. Je meldt je ziek.
A
Dit is een positieve gedachte
B
Dit is een negatieve gedachte
Slide 12 - Quiz
Je krijgt een toets. Je ziet er tegenop en hebt buikpijn. Je denkt dat je deze toets gaat verknallen. Je meldt je ziek. Welk gedrag is lees jij?
Slide 13 - Open question
Je hebt vorige week een meisje ontmoet in de sportschool. Je kwam haar gisteren op straat tegen en zwaait naar haar. Ze zwaait niet terug. Je denkt dat ze jou wel niet leuk zal vinden. Je zegt haar geen gedag meer als je haar weer ziet op de sportschool.
A
Dit is een positieve gedachte
B
Dit is een negatieve gedachte
Slide 14 - Quiz
Je hebt vorige week een meisje ontmoet in de sportschool. Je kwam haar gisteren op straat tegen en zwaait naar haar. Ze zwaait niet terug. Je denkt dat ze jou wel niet leuk zal vinden. Je zegt haar geen gedag meer als je haar weer ziet op de sportschool. Welk gedrag lees je hier?
Slide 15 - Open question
Een vriendin vraagt of je meedoet aan een danswedstrijd. Je hebt een tijd niet meer gedanst. Je denkt, ik zie het wel, ik ga meedoen.
A
Dit is een positieve gedachte
B
Dit is een negatieve gedachte
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
5G
Je kan zelf de gevolgen bepalen.
Nu je dit weet kan je anderen niet meer de schuld geven.
Slide 18 - Slide
Moeilijk!!
Rekening houden met andere mensen.
Je moet dan samenwerken.
Slide 19 - Slide
Les 2 over 5G Gedrag
Je kent de 3 manieren hoe mensen reageren in moeilijke/vervelende situaties (Gedrag)
Je kan een voorbeeld geven van een helpende gedachte in vervelende situatie
Slide 20 - Slide
Je krijgt een toets. Je ziet er tegenop en hebt buikpijn. Je denkt dat je deze toets gaat verknallen. Hoe reageer jij? (wat doe jij?)
Slide 21 - Open question
vechten, vluchten, bevriezen (dit is gedrag)
Slide 22 - Slide
Het gaat hier om gedrag
Slide 23 - Slide
Je vriend noemt jou een saaie gast en een moederskindje omdat je niet mee gaat naar een feestje. Je wordt boos en je geeft hem een trap.
A
Dit is vlucht gedrag
B
Dit is vecht gedrag
Slide 24 - Quiz
Je vriend noemt jou een saaie gast en een moederskindje omdat je niet mee gaat naar een feestje. Je wordt boos en je geeft hem een trap. Je krijgt een klap terug. Wat is het gevolg van het gedrag?
Slide 25 - Open question
Het gedrag dat je kiest heeft altijd een gevolg......