Fictie en werkelijkheid

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Project Helden

We werken aan paragraaf 2

Fictie en werkelijkheid

Goedemiddag allemaal

10 minuten lezen (eigen leesboek/strip/tijdschrift)

   ->Deel 1 'Helden': 

Instructie over 'Fictie en werkelijkheid'

In tweetallen werken aan paragraaf 2 van 'Helden' (20 minuten)

  ->Deel 2 'Woordenschat'

Oefenen met spreekwoorden

Afmaken paragraaf 1 Woordenschat 

Na deze les

- weet je wat fictie en werkelijkheid is

Fictie

Verhalen die een schrijver verzonnen heeft

•  enge verhalen
  
• spannende verhalen
  
•  mooie verhalen
  

Doel fictie: amuseren (met plezier lezen)

Tekstdoelen

Tekstdoel	De schrijver wil	Voorbeelden (=tekstsoort)
Activeren	dat je iets wel of niet gaat doen	advertentie, advies, flyer
Amuseren	dat je je vermaakt	verhaal, mop, strip
Informeren	dat je iets te weten komt	artikel, studieboek, verslag
Instrueren	dat je leert hoe je iets moet doen	gebruiksaanwijzing, spelregels
Overtuigen	dat je zijn mening overneemt	betoog, ingezonden brief, recensie

Fictie

Verhalen die een schrijver verzonnen heeft

• Fantasie: kan niet in het echt zijn gebeurd, alles is bedacht (sprookjes, magisch, fantasy, horror)
  
• Realistisch: verzonnen verhaal, die wel echt gebeurd had kunnen zijn 
  

Non-fictie

Verhalen die wel in het echt zijn gebeurd

•  Biografie
  
• Misdaadverhalen
  
• Romantische verhalen
  

Paragraaf 2 Helden

In tweetallen maken 

20 minuten de tijd 

Woordenschat 

In groepjes:

-> Zoek de betekenis bij het spreekwoord

Woordenschat 

Paragraaf 1 afronden

--> paragraaf 2 Helden en paragraaf 1 Woordenschat is huiswerk voor morgen wanneer het niet af is!