Letterlijk en figuurlijk

Nederlands
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 2 - Slide

Planning

5 minuten opstarten
10 minuten nakijken
10 minuten uitleg over letterlijk en figuurlijk taalgebruik
15 minuten poster maken
5 minuten afsluiting
Doel

Slide 3 - Slide

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.

 
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Letterlijk en figuurlijk

Slide 5 - Slide

LETTERLIJK


- precies zoals het geschreven is

FIGUURLIJK


- bij wijze van spreken


- er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat


- ookwel beeldspraak genoemd

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Figuurlijke taal 
  • De Nederlandse taal zit vol met uitdrukkingen. 
  • Uitdrukkingen zijn voorbeelden van figuurlijke taal: 

Slide 8 - Slide

Wat is een voorbeeld van figuurlijk taalgebruik?
A
Mijn kapper zit met haar handen in mijn haar.
B
De wedstrijd was onwijs spannend.
C
Onder de boom lag een dode vogel.
D
Ik zit met mijn handen in het haar.

Slide 9 - Quiz

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 10 - Quiz

Spreekwoorden en uitdrukkingen
Wie het kleine niet eert is het grote niet weert

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wie kent een spreekwoord?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Uitdrukkingen en spreekwoorden
In elke taal komen uitdrukkingen en spreekwoorden voor.
• Een uitdrukking is altijd een deel van een zin met een figuurlijke betekenis. Je kunt de woorden in een uitdrukking veranderen. Bijvoorbeeld:
Iemand mores leren.
Ik zal hem eens mores leren.




Slide 16 - Slide

Uitdrukkingen en spreekwoorden
• Een spreekwoord is een hele zin met een figuurlijke betekenis. Je kunt de zin niet veranderen. Bijvoorbeeld:
Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten.

Slide 17 - Slide

Weet je het nog?
Verschil tussen uitdrukkingen en spreekwoorden?

Ken je nog een voorbeeld?

Slide 18 - Slide

Uitdrukkingen en spreekwoorden
In elke taal komen uitdrukkingen en spreekwoorden voor.
• Een uitdrukking is altijd een deel van een zin met een figuurlijke betekenis. Je kunt de woorden in een uitdrukking veranderen. Bijvoorbeeld:
Iemand mores leren.
Ik zal hem eens mores leren.




Slide 19 - Slide

Uitdrukkingen en spreekwoorden
• Een spreekwoord is een hele zin met een figuurlijke betekenis. Je kunt de zin niet veranderen. Bijvoorbeeld:
Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten.

Slide 20 - Slide

Doelen deze les
Volgende les



Afsluiting

Zijn er nog vragen?
Controleer of je huiswerk hebt

Slide 21 - Slide