1. Je krijgt een nummer. Bij ieder nummer hoort een woordsoort. Jij wordt dan de expert van dit woordsoort.
2. Maak een poster met een uitleg over dit woordsoort + minimaal 1 voorbeeld. Houd je uitleg kort en simpel.
3. Maak een oefentoets die bestaat uit minimaal vijf vragen over dit woordsoort. Je mag geen oefeningen uit het boek overnemen. Je mag het boek wel gebruiken als hulpmiddel.
Uitkomst? De volgende les gaan we de lesstof bespreken met behulp van jullie posters en oefenvragen.
(1) Werkwoord, blz. 200 (2) Lidwoord en zelfstandig naamwoord, blz. 204
(3) Bijvoeglijk naamwoord, blz. 208 (4) Voorzetsel , blz. 212