Fysiologie spijsverteringskanaal, les 5

Fysiologie
Les 5 
LBM4.2
Schooljaar: 2021-2022
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpijsverteringMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Fysiologie
Les 5 
LBM4.2
Schooljaar: 2021-2022

Slide 1 - Slide

Zelfstudie laboratoriumonderzoek
Laboratoriumonderzoek:
1. De transaminasen ALAT en ASAT
2. Salmonellose
3. Levercirose

Slide 2 - Slide

De transaminasen ALAT en ASAT 
Klinische chemie, bloedonderzoek
  • Twee ezymen die op leverschade wijzen 
  • Alanine-aminotransferase (ALAT) -> In mitochondriën
  • Aspartaat-aminotransferase (ASAT) -> In cytoplasma


Slide 3 - Slide

De transaminasen ALAT en ASAT 
Klinische chemie, bloedonderzoek
  • Twee ezymen die op leverschade wijzen 
  • Alanine-aminotransferase (ALAT) -> In mitochondriën
  • Aspartaat-aminotransferase (ASAT) -> In cytoplasma

  • Normaal concentratie ALAT en ASAT in het bloed laag
  • Levercellen beschadigd? -> enzymen lekken richting het bloed
  • Hogere afwijking = ernstigere afwijking


Slide 4 - Slide

De transaminasen ALAT en ASAT 
Hogere afwijking => ernstigere schade
  • ASAT hoger dan ALAT -> Necrose -> Levercirrose 
  • ALAT hoger dan ASAT ->Minder celbeschadiging -> Hepatitis 

  • Hepatitis: ontsteking lever (vaak door virus, hepatitis A-, B-, C-, D-, E-virus)

  • Leverziekten geven vaak pas in een laat stadium klachten

Slide 5 - Slide

Opdracht: Klinische chemie
Je kunt nu het filmpje stoppen om de opdracht te maken.

Beschrijf in maximaal 150 woorden hoe  met laboratoriumonderzoek leverschade kan worden bepaald. Leg hierbij de volgende begrippen uit: ALAT - ASAT - Hepatitis - Levercirose

Slide 6 - Slide

Salmonellose
Microbiologie
  • Voedselinfectie = ontsteking maag en darmen
  • Enterobacteriaceae -> Salmonella
  • Veel serotypen

Slide 7 - Slide

Salmonellose
Microbiologie
  • Salmonella typhi en Salmonella paratyphi -> (para)tyfus

  • Via darmen naar bloedsomloop

  • Salmonella typhimurium en Salmonella enteritidis -> salmonellose
  • Infectie blijft beperkt tot de darmen 

Slide 8 - Slide

Salmonellose
  • Bacterie blijft na infectie nog lang aanwezig in darmkanaal
  • Riool -> besmetting dieren
  • Gewassen worden besproeid -> veevoer -> kippen en varkens
  • Aantonen Salmonella op het lab m.b.v. selectief voedingsmedium.

Slide 9 - Slide

Salmonellose
Aantonen Salmonella op het lab m.b.v. selectief voedingsmedium. 

  • In voedingsmiddelen of feces
  • Bijvoorbeeld met briljant groen agar

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Opdracht: Microbiologie
Je kunt nu het filmpje stoppen om de opdracht te maken.

Leg in eigen woorden uit:
  • Wat zijn de grootste veroorzakers van een voedselinfectie met Salmonella?
  • Er zijn twee ziektes beschreven. Welke ziektes zijn dit, door welke types Salmonella wordt dit veroorzaakt en wat is het grootste verschil tussen beide?

Slide 12 - Slide

Levercirrose 
Pathologie 
  • Hepatocyten -> littekenweefsel (onomkeerbaar) 
  • Verschrompelen (cirrose = 'verschrompeling')
  • Alcoholgebruik
  • Opslaan vet in levercellen door alcohol -> leververvetting 
  • Verandering opbouw lever -> 'noduli'
  • Noduli = eilandje levercellen omringd door littekenweefsel 

Slide 13 - Slide

Levercirrose
Leververvetting

Slide 14 - Slide

Levercirrose 
  • Stijging bloeddruk poortader -> portale hypertensie 
  • Bloed zoekt een uitweg -> o.a. slokdarm 
  • Slokdarmspataderen -> spontane bloedingen (kan fataal zijn)

  • Leverbiopsie -> leverbiopt (klein stukje weefsel)
  • Littekenweefsel zichtbaar





Slide 15 - Slide

Levercirrose 
  • Overmatig drinken 
  • Mannen: meer dan 21 glazen per week 
  • Vrouwen: meer dan 14 glazen per week
  • Lichaamsvocht, spierweefsel, minder wegen, kleinere lever 

Advies Gezondheidsraad: geen alcohol of max 1 glas per dag. 




Slide 16 - Slide

Opdracht: Pathologie

Je kunt nu het filmpje stoppen om de opdracht te maken.

Ga op internet op zoek naar een leverbiopt van een gezond persoon en een leverbiopt iemand met levercirose. Vergelijk de twee biopten met elkaar.
Welke verschillen kun je zien? Waardoor ontstaan deze verschillen?

TIP: Maak gebruik van figuur 10.36 uit het boek biomedische kennis voor analisten.

Slide 17 - Slide