What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Blok 1 - thematoets
persoonsvorm, onderwerp, gezegde
Persoonsvorm: is altijd een werkwoord
Onderwerp: wie of wat + persoonsvorm
Gezegde: alle werkwoorden in de zin, ook de persoonsvorm.
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
persoonsvorm, onderwerp, gezegde
Persoonsvorm: is altijd een werkwoord
Onderwerp: wie of wat + persoonsvorm
Gezegde: alle werkwoorden in de zin, ook de persoonsvorm.
Slide 1 - Slide
Wat is de persoonsvomr
Ik heb een geweldige moeder.
Slide 2 - Open question
Wat is het onderwerp?
Zij maakt altijd heerlijke taartjes.
Slide 3 - Open question
Wat is het onderwerp
Het liefst leest de jongen de hele dag.
Slide 4 - Open question
Wat is het gezegde?
Mijn moeder heeft lekker eten gekookt.
Slide 5 - Open question
verleden of tegenwoordige tijd
Persoonsvorm: is altijd een werkwoord
Onderwerp: wie of wat + persoonsvorm
Gezegde: alle werkwoorden in de zin, ook de persoonsvorm.
Slide 6 - Slide
Verleden tijd of tegenwoordige tijd?
Mijn moeder
werd
ziek .
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
Slide 7 - Quiz
Verleden tijd of tegenwoordige tijd?
Hij
rent
naar de keeper.
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
Slide 8 - Quiz
Is het een zwak of een sterk werkwoord?
Mijn moeder
werd
ziek .
A
zwak
B
sterk
Slide 9 - Quiz
Is het een zwak of een sterk werkwoord?
Wij maakten veel plezier.
A
zwak
B
sterk
Slide 10 - Quiz
deel
1b
maken.
Slide 11 - Slide
Maak de zin af!
Ik krijg elke week de Donald Duck. Ik hoef niet elke keer te betalen want ik heb een ...........
A
omleiding
B
intercity
C
een abonnement
D
een rotonde
Slide 12 - Quiz
Welk woord hoort er niet bij? Sleep dat woord naar de prullenbak.
het rijtjeshuis
het appartement
het centrum
Slide 13 - Drag question
Wat betekent het woord
belemmeren
A
hinderen
B
inrichten
C
huren
Slide 14 - Quiz
alles door elkaar
Slide 15 - Slide
Welke 4 werkwoorden passen bij voorrang.
voorrang
verlenen
rijden
hebben
geven
krijgen
gebruiken
Slide 16 - Drag question
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
More lessons like this
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Lesson with
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Zaterdag 18 mei 2024 Herhaling werkwoordspelling
May 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
May 2022
- Lesson with
44 slides
Taal
Primary Education
Woordvolgorde
June 2022
- Lesson with
24 slides
English
Tertiary Education
Les 4 (13 september 2024)
September 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Zinsleer - onderwerp en gezegde
February 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling 2A Examens
23 days ago
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
T2L9: Supertalenten
February 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs