4.2 Voedingsstoffen en voedingsmiddelen

4.2 Voedingsstoffen en voedingsmiddelen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.2 Voedingsstoffen en voedingsmiddelen

Slide 1 - Slide

Voedingsmiddel
Alles wat je eet en drinkt

In voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen, hieruit haal je je energie

Slide 2 - Slide

Plantaardig of dierlijk ?
Plantaardig of dierlijk ?

Slide 3 - Slide

Vier groepen voedingsstoffen
Er zijn vier hoofdgroepen voedingsstoffen.

  1. Bouwstoffen
  2. Brandstoffen
  3. Reservestoffen
  4. Beschermende stoffen. 

Slide 4 - Slide

Brandstoffen
Leveren energie
In elke cel van je lichaam vindt verbranding plaats, hiervoor zijn brandstoffen nodig die energie leveren.

Brandstoffen zijn nodig voor: energie

Slide 5 - Slide

Bouwstoffen
Zijn nodig voor groei, ontwikkeling en herstel

Als je ene wond hebt worden er nieuwe cellen gemaakt om de wond te dichten

Je lichaam maakt dus nieuwe cellen en weefsels aan

Slide 6 - Slide

Reservestof
Zijn stoffen die je lichaam niet direct nodig heeft, ze worden opgeslagen in je lichaam

Later kan je lichaam ze gebruiken als bouwstof of brandstof

Slide 7 - Slide

Beschermende stoffen

Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt

Slide 8 - Slide

Voedingsvezels (of vezels)
Is een verzamelnaam voor stoffen uit planten die je lichaam NIET kan verteren 
Zitten vooral in groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, peulvruchten, noten en ontbijtgranen 

Ze zorgen voor een verzadigd gevoel
Nodig voor een goede darmontwikkeling

Slide 9 - Slide

De 6 groepen voedingsstoffen

Slide 10 - Slide

Eiwitten
Eiwitten zijn bouwstoffen, zijn nodig voor vorming van celplasma

Teveel aan eiwitten? 
  • Eiwit als brandstof 
  • Eiwit als reservestof (vet)

Slide 11 - Slide

Koolhydraten
Koolhydraten zijn brandstoffen, maar kunnen ook dienen als bouwstof. 

Teveel aan koolhydraten?
  • Koolhydraten als reservestof (vet)


Wat zijn koolhydraten:
Suikers (glucose), zetmeel, voedingsvezels en glycogeen. 

Slide 12 - Slide

Vetten
Vetten zijn een brandstof en bouwstof. 
Teveel--> opgeslagen als reservestof (Onderhuidse vetlaag)

Onverzadigde vetten: gezond (vaak in planten)
Verzadigde vetten: ongezond (vaak in dieren), krijg je meer vet van

Slide 13 - Slide

- Water
Groot deel van je lichaam is water. Wel 60%!!

Belangrijk voor bloed, 
verbranding en vervoeren 
van stoffen in lichaam.

Slide 14 - Slide

Mineralen
-Bouwstoffen, beschermende stoffen

Zout is ook een mineraal
- Magnesium
- Calcium 

Slide 15 - Slide

Vitamines
  • Het zijn bouwstoffen
  • Ze werken als beschermende stoffen tegen ziektes
  • Vitamines worden aangegeven met letters: vitamine A, B,  C, D en K zijn de bekendste
  • Vitamine A is voor de huid, vitamine D voor stevigheid van je botten
  • Te veel vitamines werken vergiftigend!
  • In Nederland bestaat niet echt een vitaminegebrek
  • In gezond eten zitten alle vitamines  mooi verdeeld

Slide 16 - Slide

Indicator

Een voedingsmiddel kun je aantonen met een indicator.
Joodoplossing is de indicator voor zetmeel.

Zetmeel wordt blauw/paars als er joodoplossing op komt.
Hierna een filmpje van hoe dat werkt

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Thuiswerken aan 4.2 (Boek B)

Maak opdracht: 12, 13, 14, 15*, 16, 17*, 18*

 Vrijdag 11 november gaan we alles bespreken. 



Slide 19 - Slide