V4, P2, sprint 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Geschiedenis klas 4 

C2: Grieken en Romeinen

Voorbereiding:

nvt. 

In de les: 

- binnen = beginnen: Anachronisme of niet?  

- De Griekse Stadstaat (KA)

- Zelfstandig werken

- afsluiting: 

Huiswerk volgende les: 

Tijd van Grieken en Romeinen

1

(K.A) De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

KA 4 : Wat zegt Jort?

1. Hoe noemden de Grieken hun stadstaat zelf?

2. Leg uit wat JORT bedoelt als hij zegt dat de Griekse stadstaat autarkisch en autonoom was.

3. Wat is volgens JORT de definitie van wetenschap?

4. Wat wordt, volgens JORT, bedoeld met de periode van het "Hellenisme" en welke vorst hoort bij dit begrip?

polis

bestuursvormen: monarchie, aristocratie, oligarchie, tirannie, democratie

6e eeuw v.chr

volksvergadering

filosofen 

ka: ontwikkeling wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de stadstaat

 wetenschappelijk denken 

Wetenschappelijk denken: klassieke filosofen

Socrates

Plato

Aristoteles

2.1 Griekse stadstaten

Begrippen

• Stadstaten met kolonië 
• Democratie (direct / indirect) - Athene
  
• Burgerschap (wat is een burger?)
• Ostracisme (schervengericht)
  

2.1: Griekse stadstaten:

Opdrachten

Opdracht 1 t/m 4 (blz. 36)

Opdracht 1 (blz. 37)

Geschiedenis klas 4 

C2: Grieken en Romeinen

Voorbereiding:

nvt. 

In de les: 

- binnen = beginnen: Klassieke stijl op je scherm. 

- De klassieke vormentaal

- Zelfstandig werken

- afsluiting: 

Tijd van Grieken en Romeinen

1

Huiswerk opdracht 1 en 2

1 De Grieken ontwikkelden het idee dat een staat er was voor het algemeen nut van de

burgers. Die moesten daarom samen beslissen over het bestuur. Dat was heel anders dan in

oude beschavingen: daar was de opvatting dat priesters en godkoningen hun macht namens de

goden uitoefenden en dat onderdanen alleen maar moesten gehoorzamen – terwijl de burgers

in de Griekse stadstaten zelf moesten nadenken.

2 Het Griekse denken over politiek en het Griekse denken over wetenschap pasten goed bij

elkaar omdat in beide gevallen van burgers verwacht werd dat zij zelf hun verstand

gebruikten, zelf onderzoek deden en zelf over oplossingen nadachten, in plaats van zich alleen

te beroepen op tradities, voorvaderen en andere overleverde wijsheden.

Huiswerk opdracht 3 en 4

3 Omdat de westerse cultuur zich baseerde op wetenschappelijk denken is een uitgebreid onderzoek van de wereld, de natuur en de mensheid tot stand gekomen waardoor steeds meer betrouwbare kennis tot stand kwam gebaseerd op zelfstandige waarneming en kritisch nadenken. Door deze betrouwbare kennis zijn ongekende technische mogelijkheden gecreëerd die het leven van de mens op een veel hoger peil hebben gebracht.

4 Een onderdaan is iemand die gehoorzaamt aan gezag dat boven hem is gesteld, zonder dat hij daarbij iets in te brengen heeft. Een burger is iemand die meedenkt en meebeslist over het bestuur van zijn gemeenschap, dat mede namens hem wordt uitgeoefend.

KA 5: Wat zegt Jort?

1. Wat bedoelen we met de term "Klassiek"?

 

2. Noem de vier kenmerken van de Griekse beeldhouwkunst die in de video genoemd worden.

3. Noem twee verschillen tussen de Griekse en de Romeinse beeldhouwkunst.

4. Leg uit wat, volgens de video de Romeinse Bouwkunst (Architectuur) onderscheidt van de Griekse?

Griekse cultuur

(Klassieke cultuur)

K.A. De klassieke vormentaal van de Grieks – Romeinse cultuur

2. Griekse architectuur

De cultuur van de Griekse stadstaat

In de 5e eeuw v.C kwam de Griekse cultuur tot bloei, voornamelijk de wetenschap en de bouw- en beeldkunst.

--> Klassiek (Omdat de gedachten en vormen ervan later zo goed gevonden werden dat het werd nagedaan).

Beroemdste klassieke gebouw: Parthenon op de Akropolis van Athene.

(447 tot 437 v.C.) Zuilen in Dorische stijl en een strook met beeldhouwwerk: reliëf.

 Alexander de Grote & Hellenisme

Hellenisme: Verspreiding van de Griekse cultuur 

(334–30 v.Chr). 

Vanaf de veroveringen van 

Alexander de Grote (Macedonische koning) 

tot de de Romeinse verovering 

van de Griekse gebieden. 

Chronologie: 

Opdrachten

Opdracht 5 en 6 (blz. 36)

Opdracht 2 en 3 (blz. 37)

Praktische opdracht: Realistische recensie

Af: 11 oktober

Verplicht doen:

- Film kijken

- Verslag schrijven

- Feedback vragen en verwerken

- Deadline halen

- (In de les) reflectie over samenwerking

Geschiedenis klas 4 

C2: Grieken en Romeinen

Voorbereiding:

 KA 4 & KA 5 bekijken en vragen beantwoorden

In de les: 

- binnen = beginnen:

- Feedbackrondes PO

- Zelfstandig werken: PO. 

- afsluiting: 

Huiswerk volgende les: 

Tijd van Grieken en Romeinen

2

Romeins Imperium

• Koninkrijk (stadstaat)
• Republiek (509-27 v.Chr.)

1. Consuls
2. Senaat
3. Volksvergaderingen

• Keizerrijk (27 v.Chr. - 476 n.Chr.)

1. Principaat
2. Patronage
3. Leger

KA 4 : Wat zegt Jort?

1. Welke drie politieke periodes kunnen we onderscheiden bij het Romeinse Rijk? Zet er ook achter welke bestuursvorm er op dat moment in het Romeinse Rijk wordt gehandhaafd.

2. Leg uit hoe het kwam dat de republiek overging in de keizertijd. 

3. Noem vier redenen waarom het Romeinse Imperium zo groot kon groeien.

4. Leg uit hoe het Romeinse burgerschap voor romanisering van de overwonnen volken zorgde.

5. Leg uit hoe de Romeinen ervoor gezorgd hebben dat veel dingen uit de Griekse cultuur zich over Europa verspreid hebben.

k.a. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde. 

• Plm. 750 v.C. ontstaan Rome
• Door veroveringen uitbreiding tot machtig rijk
• 1e eeuw V.C. --> keizerrijk
• strak georganiseerd, Pax Romana
• romanisering 

Aan de slag 

HB: blz. 56 & 57 lezen

WB: blz. 37, opdracht 7 t/m 11 maken 

Geschiedenis klas 4 

C2: Grieken en Romeinen

Voorbereiding:

In de les: 

- binnen = beginnen

- Bespreking & uitleg

- Zelfstandig werken

- afsluiting: 

Huiswerk volgende les: 

Tijd van Grieken en Romeinen

5

Wat zegt Jort?

1. Naar welke volkeren verwijzen we met de verzamelnaam "Germanen."

2. Noem drie voorbeelden van contacten tussen de Germanen en Romeinen die in de video genoemd worden.

3. In de derde eeuw n. Chr. vielen grote groepen Germanen het Romeinse Rijk binnen. Geef hiervoor twee oorzaken en twee gevolgen.

4. In de 5e en de 6e eeuw ontstonden de grote volksverhuizingen. Geef hiervoor twee oorzaken en twee gevolgen.

Germanen 

- Romanisering = Germanen nemen de Romeinse cultuur over. 

- Dienst in het leger

- Romeins Burgerrecht. 

- Hoogontwikkeld vs. laagontwikkeld? 

- Versterking of verzwakking? 

- Germanisering van de Romeinen? 

Germanen & Volksverhuizingen

Volksverhuizingen: 

De Hunnen (nomadenvolkeren uit Azië)

onderwerpen de Germaanse volkeren in 

N-O Europa en verdrijven ze richting het

Romeinse Rijk.  

Aan de slag

Maken WB blz. 36. opdracht 12 t/m 15

Geschiedenis klas 4 

C2: Grieken en Romeinen

Voorbereiding:

In de les: 

- binnen = beginnen: 

- Bespreking & uitleg

- Zelfstandig werken

- afsluiting: 

Huiswerk volgende les: 

Tijd van Grieken en Romeinen

6

Romeinen en het christendom

De nieuwe godsdienst verspreidde zich snel in het Romeinse Rijk.

Monotheïsme

• Judea
• Polytheïsme --> monotheïsme
• Heilig boek --> Bijbel
• Jezus van Nazareth
• Christus = de door God aangewezen koning
• Volgelingen = christenen
• Godsdienstige leiders tegen J.C.
• 33 n.C. : kruiziging

Joods-christelijke cultuur? 

By the rivers of Babylon, there we sat down

Yeah, we wept, when we remembered Zion

By the rivers of Babylon, there we sat down

Yeah, we wept, when we remembered Zion

There the wicked

Carried us away in captivity

Required from us a song

Now how shall we sing the Lord's song in a strange land?

Let the words of our mouth and the meditation of our heart

Be acceptable in thy sight here tonight

Let the words of our mouth and the meditation of our hearts

Be acceptable in thy sight here tonight

Joods-christelijke cultuur? 

Psalm 137 vers 1 t/m 4 (Bijbel; Oude Testament)

1. We woonden in Babel langs de rivieren. 

We zaten daar en huilden als we aan jeruzalem dachten. 

2. We hingen onze citers daar aan de bomen. 

we wilden geen muziek meer maken. 

3. De mensen die ons gevangen hielden, wilden dat we voor hen zongen. 

De mensen die ons mishandelden, wilden dat we vrolijk deden. Ze zeiden: 

"Zing eens een lied uit Jeruzalem." 

4. Maar hoe zouden we in een vreemd land een lied voor de Heer kunnen zingen? 

Babylonische ballingschap (6e eeuw v. Chr.)

- Joodse volk in ballingschap

- Zingen een lied over hun slavernij

en hun verlangen naar hun thuisland

Aan de slag: 

Maken WB blz. 36. opdracht 12 t/m 17

Maken WB blz. 37 opdracht 4 en 5