3B 2 Geldzaken

2.1 Inkomen uit arbeid
Deze les leer je:
- Hoe je een trede omhoog gaat in je loonschaal
- Wat loon in natura is
- Hoe je vakantiegeld uitrekent
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2.1 Inkomen uit arbeid
Deze les leer je:
- Hoe je een trede omhoog gaat in je loonschaal
- Wat loon in natura is
- Hoe je vakantiegeld uitrekent

Slide 1 - Slide

Elk jaar dat je ergens werkt ga je een trede omhoog, wat betekent dat je meer salaris krijgt. Totdat je in je laatste trede zit.

Slide 2 - Slide

Vakantiegeld
Elk jaar krijg je in de maand mei vakantiegeld. Hoe reken je dit uit?
Voorbeeld:

Maandsalaris van Karel is €2000,- Hoeveel vakantiegeld krijgt Karel in mei?

€2000 X 12 maanden = €24000.
24000: 100 X 8% = €1920,- krijgt Karel aan vakantiegeld in mei.


Slide 3 - Slide

Eindvraag
Klaas krijgt 2500,- per maand. Hij krijgt in mei 8% vakantiegeld. Hoeveel vakantiegeld krijgt Klaas in euro's in mei?


Slide 4 - Slide

2.2 Inkomen uit bezit
Deze les leer je:
- Wat rente, huur, pacht en aandelen zijn

Slide 5 - Slide

Rente berekenen
Rentebedrag per jaar = spaarbedrag :100 x rentepercentage

Voorbeeld:
Spaarbedrag is 2000,- / rente is 3%
Berekening
€2000 : 100 X 3 = €60,-

Slide 6 - Slide

EEN HUIS verhuren

Slide 7 - Slide

Grond:
  • Wanneer je veel grond hebt, kun je dit ook verhuren aan een boer. 
  • Dit noemen we pacht
  • De boer betaalt dan pacht aan jou. 
  • Hij kan zijn paarden en koeien dan laten lopen op jouw grond.

Slide 8 - Slide

Wat is een aandeel?
Door aandelen te kopen, word je een stukje mede-eigenaar.

Slide 9 - Slide

Eindvragen
Wat houden de volgende begrippen in?

- Rente
- Huur
- Pacht
- Aandelen

Slide 10 - Slide

2.3 Aanvullende inkomsten
Deze les leer je:
- alles over studiefinanciering, huurtoeslag, kinderbijslag, zorgtoeslag en bijstand.

Slide 11 - Slide

Studiefinanciering MBO
uitwonend
thuiswonend
basisbeurs
€ 273,17
83,70
aanvullend
€ 366,50
€ 344,40
Lening
mogelijk
mogelijk

Slide 12 - Slide

Huurtoeslag
Huurtoeslag is een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen.

Om huurtoeslag te krijgen, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen (persoonlijke situatie, huurprijs, inkomen en spaargeld).

Slide 13 - Slide

Kinderbijslag 
  • De overheid geeft de ouders/ verzorgers van kinderen kinderbijslag. 
  • Kinderbijslag is inkomen zonder tegenprestatie en wordt per kwartaal uitbetaald (= 4x per jaar).
  • Hoogte van de kinderbijslag is afhankelijk van leeftijd en aantal kinderen. 

Slide 14 - Slide

Zorgtoeslag

Mensen met een laag inkomen kunnen zorgtoeslag krijgen. Zorgtoeslag ontvang je om de kosten van je zorgverzekering te betalen. Vanaf 18 jaar betaal je je zorgverzekering.






Slide 15 - Slide

Bijstand
- Is geld wat je krijgt van de overheid.
- Is voor gezinnen met inkomsten beneden het sociaal minimum.

Slide 16 - Slide

Eindvragen
Wat betekenen de volgende begrippen?

-studiefinanciering
-huurtoeslag
-kinderbijslag
-zorgtoeslag
-bijstand

Slide 17 - Slide

2.4 Geld telt
Deze les leer je:
- De 3 functies van geld
- De verschillende manieren om te betalen

Slide 18 - Slide

Geldfuncties 
  1. ruilmiddel 
  2. spaarmiddel
  3. rekenmiddel  

Slide 19 - Slide

Je kunt betalen met?
- Contant geld
- Je bankpas
- Een creditcard
- Je telefoon

Slide 20 - Slide

Welke 3 functies hebben geld?

Slide 21 - Open question

Op welke manieren kun je betalen?

Slide 22 - Open question

2.5 Bankieren
Deze les leer je:
- Wat rood staan is
- Wat een automatische incasso is

Slide 23 - Slide

Rood staan bij de bank betekent dat je in de min staat. Voorbeeld hiervan is:

Saldo is                  €500,-
Er gaat                   €700,- af.
Nieuwe saldo is? €-200,-

Slide 24 - Slide

automatische incasso
Toestemming geven (een bedrijf machtigen) om bedragen van je bankrekening af te schrijven. 

Slide 25 - Slide

Wat is een automatische incasso?
A
Geld wordt automatisch op je rekening geboekt
B
Geld wordt automatisch van je rekening geboekt

Slide 26 - Quiz

Wat bedoelen we met in het rood staan?
A
Je staat in de min bij de bank
B
Je staat in de plus bij de bank

Slide 27 - Quiz

Je saldo is €1200,-. Er wordt €1800,- afgeschreven. Wat is je nieuwe saldo?

Slide 28 - Open question