Oefen PW H1 paragraaf 1.1 t/m 1.4

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

                    Welkom! 

• Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  
• Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
• Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
• Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  
• Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​

Welkom!

Weekplenda

Week 2	Week 3	Week 4	Week 5	Week 6	Week 7	Week 8
H1 §1	H1 §2	Herhalen H1 §1en§2 SO H1 §1en§2	SO bespreken H1 §3	H1 §4	Herhalen H1 §3en§4 Rep H1 §1t/m§4	Rep bespreken atlasles H1

Noteer het juiste woord/begrip bij de omschrijvingen.
a) Verstedelijkt dorp in China dat helemaal is ingesloten door stedelijke bebouwing.
b) Reden om te verhuizen uit een gebied.
c) Stad met meer dan 10 miljoen inwoners.
d) Het percentage stedelingen in een land.

Door de snelle verstedelijking veranderen Chinese steden razendsnel van uiterlijk. Noem twee veranderingen in het uiterlijk van een Chinese stad.

1. Hoe hoger het landschap in China, 

hoe 

mensen er wonen. 

2. Hoe lager het landschap in China, 

hoe 

mensen er wonen. 

3. In de gebieden waar weinig mensen wonen, valt 

neerslag.

4. In de gebieden waar veel mensen wonen, valt 

neerslag. 

VEEL

WEINIG

MINDER

MEER

De bevolking in China groeit sinds 1975 minder snel.

Verklaar de afname in de groei in de jaren tachtig van de vorige eeuw.

Welk deel van China is het meest dichtbevolkt?

Welke titel hoort bij deze kaart?

1. De jaarlijkse neerslag in China: hoe donkerder de kleur, hoe meer neerslag er valt.
2. Het reliëf in China: hoe donkerder de kleur, hoe meer reliëf er is.
3. De bevolkingsdichtheid in China: hoe donkerder de kleur, hoe hoger de bevolkingsdichtheid.

Waarom zijn in China de Speciale Economische Zone's
vooral aan de oostkust gelegen?

1. Daar is het klimaat gunstig voor de industrie
2. Daar zijn de grondprijzen het goedkoopst
3. Daar zijn havens, dus kan er makkelijk transport plaatsvinden
4. Dat heeft de overheid nu eenmaal zo besloten

Iemand doet twee uitspraken:
I Door migratie ‘verchinezen’ de afgelegen gebieden in het oosten.
II China is vroeger een kolonie geweest van Engeland.

1. I en II zijn beide goed.
2. I en II zijn beide fout.
3. l is goed ll is fout
4. ll is goed l is fout

Welke van de volgende begrippen
past NIET bij wat je op de foto ziet?

1. Multinationale onderneming
2. Kennisintensief.
3. Uitschuiven.

De afbeelding geeft de waterstress van China weer. Hier worden drie uitspraken over gedaan.

 

Bepaal voor elk van de uitspraken (1, 2 en 3) of ze juist zijn of onjuist. 

Uitspraak 1: het zuidwesten heeft een laag risico op waterschaarste, omdat er smeltwater uit het Himalayagebergte aangevoerd wordt.

Uitspraak 2: in het oosten van China liggen de provincies met het hoogste risico op waterschaarste.

Uitspraak 3: het noordwesten is de droogste regio van China, maar vanwege de lage bevolkingsdichtheid is er weinig kans op waterschaarste.

Juist

Onjuist

1

2

3

Sleep de beschrijvingen naar het juiste gebied op de kaart. 

Hoogwaardige industrie.

'Fabriek' van China.

'Kantoor' van China.

Hoofdkantoren van internationale bedrijven.

Parelrivierdelta.

Eerste SEZ van China.

Juist 

Onjuist 

In China mocht je vroeger maar 1 kind hebben, dit noem je eenkindpolitiek.

Vooral de industrie heeft in China voor groei van export gezorgd. 

In China mogen buitenlandse bedrijven zich in SEZ's vestigen.

In China is de bevolking eerlijk over het land verspreid. 

China is democratisch

In een planeconomie krijgen bedrijven met de beste plannen geld van de regering.

a) Leg uit hoe deze stad sinds 1990 zo snel is gegroeid, ondanks de eenkindpolitiek.
b) Is Chengdu nu een megastad? Leg je antwoord uit.
c) Is Chengdu een global city? Leg je antwoord uit.

Noteer bij de nummers 1 tot en met 3 het juiste woord. Kies steeds uit: gedaald – gestegen.

Sinds 1980 is het inkomen van de Chinezen 1)……………….. Het inkomen van de mensen die in de stad wonen is meer 2)……………………..De tegenstelling tussen stad en platteland is 3)……………….…….

a) Hoe noem je zo’n type bedrijf als IBM?
b) Wat heeft de vestiging van dit bedrijf in China te maken met het begrip uitschuiving?

a) Geef een omschrijving van het begrip globalisering.
b) Hier zie je sociale ongelijkheid. Leg uit waarom dit te maken heeft met globalisering.