Oefenen toetsvragen - H1 Globalisering in China

Oefenen van de stof (par. 1-2-3) 
Ga zelfstandig, in je eigen tempo, zonder te praten de toetsvragen maken.  
1 / 11
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Oefenen van de stof (par. 1-2-3) 
Ga zelfstandig, in je eigen tempo, zonder te praten de toetsvragen maken.  

Slide 1 - Slide

1. Hoe hoger het landschap in China, 
hoe 
mensen er wonen. 
2. Hoe lager het landschap in China, 
hoe 
mensen er wonen. 
3. In de gebieden waar weinig mensen wonen, valt 
neerslag.
4. In de gebieden waar veel mensen wonen, valt 
neerslag. 
VEEL
WEINIG
MINDER
MEER

Slide 2 - Drag question

De bevolking in China groeit sinds 1975 minder snel.

Verklaar de afname in de groei in de jaren tachtig van de vorige eeuw.

Slide 3 - Open question

Welk deel van China is het meest dichtbevolkt?

Slide 4 - Drag question

Welke titel hoort bij deze kaart?
A
De jaarlijkse neerslag in China: hoe donkerder de kleur, hoe meer neerslag er valt.
B
Het reliëf in China: hoe donkerder de kleur, hoe meer reliëf er is.
C
De bevolkingsdichtheid in China: hoe donkerder de kleur, hoe hoger de bevolkingsdichtheid.

Slide 5 - Quiz

Waarom zijn in China de Speciale Economische Zone's
vooral aan de oostkust gelegen?
A
Daar is het klimaat gunstig voor de industrie
B
Daar zijn de grondprijzen het goedkoopst
C
Daar zijn havens, dus kan er makkelijk transport plaatsvinden
D
Dat heeft de overheid nu eenmaal zo besloten

Slide 6 - Quiz

Iemand doet twee uitspraken:
I Door migratie ‘verchinezen’ de afgelegen gebieden in het oosten.
II Oeigoeren hebben een sterke binding met de Chinese staat.

A
I en II zijn beide goed.
B
I en II zijn beide fout.
C
l is goed ll is fout
D
ll is goed l is fout

Slide 7 - Quiz

Bekijk figuur 10.
Welke van de volgende begrippen
past NIET bij wat je op de foto ziet?
A
Multinationale onderneming
B
Kennisintensief.
C
Arbeidsintensief

Slide 8 - Quiz

Sleep de beschrijvingen naar het juiste gebied op de kaart. 
Hoogwaardige industrie.
'Fabriek' van China.
'Kantoor' van China.
Hoofdkantoren van internationale bedrijven.
Parelrivierdelta.
Eerste SEZ van China.

Slide 9 - Drag question

Welke 3 zinnen zijn juist, welke 3 onjuist? Sleep ze naar de goede plek.
Juist 
Onjuist 
In China mocht je vroeger maar 1 kind hebben, dit noem je eenkindpolitiek.
Vooral de industrie heeft in China voor groei van export gezorgd. 
In China mogen buitenlandse bedrijven zich in SEZ's vestigen.
In China is de bevolking eerlijk over het land verspreid. 
China is democratisch
In een planeconomie krijgen bedrijven met de beste plannen geld van de regering.

Slide 10 - Drag question

Bekijk figuur 6.
Noteer bij de nummers 1 tot en met 3 het juiste woord. Kies steeds uit: gedaald – gestegen. (3)

Sinds 1980 is het inkomen van de Chinezen 1)……………….. Het inkomen van de mensen die in de stad wonen is meer 2)……………………..De tegenstelling tussen stad en platteland is 3)……………….…….

Slide 11 - Open question