Les 2 - de recensie

Les 2 - de recensie
Lesdoel, vandaag leer je:
  • opdrachten nakijken (huiswerk check)
  • beeldspraak herhalen
  • argumenteren (nogmaals) bespreken
  • wat stijlfiguren zijn
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 2 - de recensie
Lesdoel, vandaag leer je:
  • opdrachten nakijken (huiswerk check)
  • beeldspraak herhalen
  • argumenteren (nogmaals) bespreken
  • wat stijlfiguren zijn

Slide 1 - Slide

Controle schrijfportfolio
  • Check eerste opdracht. Zit deze opdracht in je schrijfportfolio? 
  • Zo niet, dan krijg je een aantekening.
  • Dan zorg je ervoor dat hij z.s.m. in je schrijfportfolio terecht komt.

Slide 2 - Slide

Opdracht 1, beeldspraak.
De auto's in het centrum worstelen zich een uitweg naar de buitenwijken.

Slide 3 - Open question

Opdracht 1, beeldspraak.
Onze nieuwe directeur stond in zijn vorige functie bij het personeel bekend om zijn vlijmscherpe uitspraken over gebrek aan loyaliteit.

Slide 4 - Open question

Opdracht 1, beeldspraak.
Vroeger fietste Jan altijd van school naar huis met Antoinette, een wit vlindertje met lang blond haar.

Slide 5 - Open question

Opdracht 1, beeldspraak.
Met zijn reacties op uitspraken over Russische inmenging in de verkiezingen blijft de president wrijven in een vlek en dat loopt zelden goed af.

Slide 6 - Open question

Hoe heb je het verder gemaakt?
Cursus 5, paragraaf 10, opdracht 1 en 7.
A
100% goed
B
75% goed
C
50% goed
D
25% of minder goed

Slide 7 - Quiz

Uitslag
75% en 100% goed is prima, dikke voldoende
50% goed is net een onvoldoende, kijk goed wat je beter kunt
25% of minder is slecht. Probeer goed te lezen wat je niet snapt en vraag aan docent of in support wat er bedoeld wordt.

Slide 8 - Slide

Argumenteren
We kijken (nogmaals) naar de video.


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Geef voorbeelden
van stijlfiguren

Slide 11 - Mind map

Welke stijlfiguren moet je kennen voor je toets en kunnen toepassen op je recensie? (2 antwoorden)
A
anti-climax, eufemisme
B
repetitio, tautologie, pleonasme, enumeratie
C
climax, antithese, paradox, retorische vraag
D
litotes, ironie, hyperbool

Slide 12 - Quiz

En nu ga je schrijven ....
Hoe ziet een tekst eruit?
- inleiding: wat doe je bij een inleiding?
- middenstuk: hoeveel paragrafen bevat je middenstuk?
- slot: nog een leuke uitsmijter?

MAAK AANTEKENINGEN!!!!!


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide