Grammatica 2 TL, blok1

Wat leren we?
  • zinsdelen
  • persoonsvorm
  • onderwerp
  • werkwoordelijk gezegde
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat leren we?
  • zinsdelen
  • persoonsvorm
  • onderwerp
  • werkwoordelijk gezegde

Slide 1 - Slide

Grammatica

Slide 2 - Slide

Verdeel de zin in zinsdelen. Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
Renzo schrijft graag elke dag een gedicht voor Nina.
A
3
B
5
C
4
D
6

Slide 3 - Quiz

Zinsdelen
Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
'Op 11 mei starten de scholen weer.'
A
4 zinsdelen
B
5 zinsdelen
C
3 zinsdelen
D
6 zinsdelen

Slide 4 - Quiz

De jongens gooiden sneeuwballen

wwg=?
A
de jongens
B
gooiden
C
sneeuwballen

Slide 5 - Quiz

Hoe vind je de pv?
A
Wie of wat + pv?
B
De zin vragend maken
C
De zin in een andere tijd zetten
D
De volgorde van de zin veranderen

Slide 6 - Quiz

Waar zijn de zinsdelen goed verdeeld?
A
Zijn / broertje / maakte / die lastige / breuken zonder / fouten.
B
Zijn broertje / maakte / die / lastige breuken / zonder fouten.
C
Zijn broertje / maakte / die lastige breuken / zonder fouten.

Slide 7 - Quiz

Wat is stap 3?
pv-zinsdelen-?
A
onderwerp benoemen
B
werkwoordelijk gezegde benoemen
C
lijdend voorwerp benoemen
D
zinsdeelstrepen zetten

Slide 8 - Quiz

Deze zin heeft drie zinsdelen.

Klopt dat?
A
nee
B
ja

Slide 9 - Quiz

De persoonsvorm is 1 zinsdeel.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Verdeel de zin in zinsdelen. Hoeveel zinsdelen heeft deze zin? - Achmed wil graag een zoen geven aan Amira.
A
3
B
5
C
4
D
6

Slide 11 - Quiz

De PV is altijd een werkwoord
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz