Voeding enzo woordenschat & zinsconstructie

• NT2
• Hoger onderwijs

Voeding enzo

Ik nodig jou uit voor een welness-weekend. Ooh, dat klinkt ____!

1. bitter
2. droog
3. verleidelijk
4. krokant

Ik proef bessen en klein beetje aardbei in deze wijn. De wijn smaakt ___

1. fruitig
2. vettig
3. sappig
4. kruidig

Veel toeristen vinden chocolade, frietjes en wafels typische ____ van België.

1. mengelening
2. bedieningen
3. gebakken
4. lekkernijen

Eerst heb ik de boter verhit. Daarna legde ik de biefstuk in de pan. En ___ heb ik het vlees op een laag vuurtje gebakken.

1. eerlijk gezegd
2. eindelijk
3. uiteindelijk
4. spijtig

In het ijssalon ruik altijd de zalige ___ van vanille, pistache en frambozen.

1. geur
2. reuk
3. parfum
4. rook

De nieuwe ober moet duidelijk nog leren hoe hij een gerecht juist moet ___

1. verdienen
2. indienen
3. bedienen
4. opdienen

Een van onze cursisten is ____ aan chocolade

1. verslavend
2. verslaafd
3. dol
4. gek

Jos heeft jarenlang een café in het centrum van Meise uitbaten

1. juist
2. fout

Wat verkies jij als dessert: zoet gebak of een kaasschotel?
Ik geef de ___ aan de kaasschotel.

1. kies
2. verkiezing
3. keuze
4. voorkeur

Hoe moet ik mijn schrijfopdracht voorbereiden. Kan je me een paar ___ geven?

1. afwijzingen
2. aanwijzingen
3. uitwijzingen
4. wijzingen

Maak een goede zin (imperfectum):
in de smaak vallen/dit weekend/het gebak/bij de meeste gasten

Maak een goede zin (presens):
aan de pasta/de chef kok/meestal/toevoegen/ een mengsel van verschillende kruiden

maak een goede zin (perfectum):
in de keuken/ruiken/Gerda/iets verbrand

maak een goede zin(perfectum): ik weet niet/ pellen/mijn man/of /de garnalen/zelf

Wat vonden jullie van deze oefening?

😒🙁😐🙂😃