SO U1: A1 t/m A4 + A10 +p.c.
Wat te leren:
SO U1: Apprendre 1 t/m Apprendre 4 (FN-NF en NF-FN) + Apprendre 10 + passé composé (voltooid tegenwoordige tijd) met "hulpwerkwoord "avoir".
1/ Opdracht 1: vertaal 12 woorden van Frans naar Nederlands en 12 woorden van Nederlands naar Frans uit Apprendre 1, Apprendre 2 en Apprendre 4;
2/ Opdracht 2: vertaal 4 zinnen uit Apprendre 10 (het weer/ le temps qu'il fait)
3/ Opdracht 3: vervoeg het werkwoord "avoir" in de tegenwoordige tijd (jullie favoriete liedje!);
4/ Opdracht 4: Vervoeg werkwoorden in de passé composé: werkwoorden met een infinitief op -er + de uitzonderingen être, avoir & faire.
5/ Opdracht 5: vul de juiste vorm van "partir" of "sortir" met de vertaling erbij.