B51, B52 en B53

Oefenen..., maar eerst...
  • Voor verdergaan met B51, B52 en B53 
  • Even terugblikken op B47, B48 en B49 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefenen..., maar eerst...
  • Voor verdergaan met B51, B52 en B53 
  • Even terugblikken op B47, B48 en B49 

Slide 1 - Slide

Welke situatie klopt?
A
A is warm en B is koud
B
A is koud en B is warm
C
A en B beide even warm
D
A en B beide even koud

Slide 2 - Quiz

Temperatuurzones = luchtstreken
Tropen
Poolstreken
Gematigde zone

Slide 3 - Drag question

Temperatuurfactoren
Temperatuurfactoren hebben invloed op de temperatuur. We kennen er vijf:
  1. Breedteligging
  2. Hoogteligging
  3. Liggen ten opzichte van de zee
  4. Aanvoer warme of koude lucht
  5. Ligging van gebergten

Slide 4 - Slide

Wat vind je op een hoogtegordel in een berg?
A
Bepaalde hoeveelheid neerslag
B
Bepaalde plantengroei
C
Bepaalde hoeveelheid zonlicht

Slide 5 - Quiz

Ga naar blz. 36-37 en bekijk figuur 2.12. Zet de verschillende hoogtegordels op volgorde van laag naar hoog. 
1.
2
3
4
5
Loofboomgordel
Naaldboomgordel
Alpenweiden
Rotsgordel
Eeuwige sneeuw

Slide 6 - Drag question

Ga naar blz. 36-37 en lees B52. Zet de gebeurtenissen op de juiste volgorde. 
1.
2
3
4
5
Zon verwarmt de aarde
Zonnestralen raken het aardoppervlak
Aardoppervlak wordt warm door de  zonnestralen
Aardoppervlak geeft zelf warmte af
Stralen van het aardoppervlak verwarmen de lucht

Slide 7 - Drag question

Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Er zit verschil in de snelheid waarmee de zee afkoelt en de snelheid waarmee het land afkoelt. De zee koelt...
A
Sneller af dan land.
B
Minder snel af dan land.

Slide 9 - Quiz

Er zit verschil in in de snelheid waarmee de zee opwarmt en de snelheid waarmee land opwarmt. Land warmt...
A
Sneller op dan zee
B
Minder snel op dan zee

Slide 10 - Quiz

Oranje en rood
Zelfstandig werken aan de opdrachten van thema B

Slide 11 - Slide

Lesdoelen controleren
Temperatuurfactoren
  1. Breedteligging
  2. Hoogteligging
  3. Liggen ten opzichte van de zee
  4. Aanvoer warme of koude lucht
  5. Ligging van gebergten

Slide 12 - Slide

Ga naar blz. 36-37 en bekijk figuur 2.12. Zet de verschillende hoogtegordels op volgorde van laag naar hoog. 
1.
2
3
4
5
Loofboomgordel
Naaldboomgordel
Alpenweiden
Rotsgordel
Eeuwige sneeuw

Slide 13 - Drag question

Leg uit waarom het dicht bij de grond warmer is dan hoog in de lucht.

Slide 14 - Open question

Boven zee:
Boven land
Koelt het snel af
Koelt het langzaam af
Warmt het snel op
Warmt het langzaam op
Lucht kan heel warm of heel koud worden

Slide 15 - Drag question