Schrijven - CV les 2

Nederlands - Schrijven
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Nederlands - Schrijven

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Nederlands - Schrijven
  • Doel
    Uitleg Nederlands deze periode -schrijven CV
  • Aan het werk
  • Afsluiten
    Doel behaald? Opdracht gelukt? Vragen?
    Wat vonden jullie van de les? Tips & Tops?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Nederlands - Schrijven
Soorten schrijfopdrachten:
  • E-mail
  • Brief
  • Formulieren invullen (1F)
  • Artikel
  • Verslag

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent de afkorting CV?
A
Curiculum Vitae
B
Curriculum Vitae
C
Curilum Vitee
D
Curicculum Vitae

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Waarom maak je een CV?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Welke onderdelen horen
er in een CV?

Slide 6 - Mind map

Wie van jullie heeft al eens een cv opgesteld?
Welke onderdelen horen in een cv?
Inventariseer met de klas.

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Iemand schrijft in zijn CV bij "opleidingen" dat hij op de basisschool heeft gezeten. Zou jij dit op je CV zetten? Ja/Nee, want.....

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Iemand schrijft in zijn CV bij "werkervaring" dat hij bij zijn vorige werkgever is ontslagen. Zou jij dit op je CV zetten? Ja/Nee, want....

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Iemand schrijft in zijn CV bij "eigenschappen" dat hij gezellig is. Zou jij dit op je CV zetten? Ja/Nee, want....

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Wat is belangrijk bij schrijven?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Nederlands - Schrijven
Lesdoel:

Ik schrijf een verzorgde e-mail

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Nederlands - Schrijven
Soorten schrijfopdrachten:
  • Persoonlijke E-mail
  • Zakelijke E-mail

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Nederlands - Schrijven
Informeel en formeel taalgebruik


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen informeel en formeel taalgebruik?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Nederlands - Schrijven
Informeel en formeel taalgebruik

  • Informeel
    Persoonlijke e-mail - informeel, gebruik ongeveer dezelfde woorden als wanneer je praat
  • Formeel
    Zakelijke e-mail of brief, gebruik nettere woorden en vermijd populair taalgebruik (vet, chill en gezellig)!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Formeel of informeel?
Groetjes, Marlies
A
Formeel
B
Informeel

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Formeel of informeel?
Hoe is het?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Formeel of informeel?
Met vriendelijke groet,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Formeel of informeel?
Hoe gaat het met u?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Herschrijf de zin in formele taal: Ga nu mijn woning uit

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Herschrijf de zin in formele taal: Laat je snel wat van je horen?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Mind map

This item has no instructions