herhaling 2.4 jan

herhaling 2.4 jan
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

herhaling 2.4 jan

Slide 1 - Slide

2.1 woordsoorten     stappenplan

Slide 2 - Slide

2.1 Bijwoordelijke bepaling

Slide 3 - Slide

2.1 voorbeelden bijwoordelijke bepaling
waarheen?
wanneer?
hoe?

Slide 4 - Slide

2.2  voorzetsels

Slide 5 - Slide

2.2 scheidbare werkwoorden

Slide 6 - Slide

2.3 voegwoorden en samengestelde zinnen

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Wij hebben geen auto. We reizen altijd met de trein.

Dit zijn twee losse zinnen met allebei een eigen PV, maar deze zinnen kun je ook aan elkaar plakken.

We hebben geen auto, maar we reizen altijd met de trein

Slide 8 - Slide

voegwoorden

Slide 9 - Slide

voorbeelden 
voegwoord in één zin

  • We begonnen te schuiven met stoelen en tafels 

  • Vandaag of morgen barst de bom.

  • Gaat Halina fietsend of lopend naar rugby?

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
voegwoord bij twee zinnen :

  • Jeff zal blijven zitten, omdat zijn cijfers te laag zijn.

  • Je kunt in de stad gaan wonen ,maar op het platteland is het ook heerlijk.


 Let op: in iedere zin zitten twee PV's , je plakt dus twee zinnen aan elkaar!!!




Slide 11 - Slide

2.4 aanwijzend voornaamwoord, onderwerp  en persoonsvorm

Slide 12 - Slide

aanwijzend voornaamwoord
Deze pen is rood, maar die pen is blauw.

Slide 13 - Slide

aanwijzend voornaamwoord
  • Maak een plaatje in je hoofd van de zin.
  • Wijst iemand in dat plaatje iets aan ?
  • Dan is dat het aanwijzend voornaamwoord








Slide 14 - Slide

Dat het onderwerp en persoonsvorm hetzelfde getal hebben 
vertel me meer, dat wil ik leren!!!!!

Slide 15 - Slide

heel simpel
O.  PV
Ik loop op straat
ev--ev

O. PV
Wij lopen op straat 
mv-mv

Slide 16 - Slide

Voorbeelden
  • De groep mensen staat buiten-------------------De groepjes staan buiten.
  • Tiktok is slecht voor kinderen-----Sociale media zijn slecht voor kinderen.
  • De koffer met juwelen is teruggevonden--De juwelen zijn teruggevonden.


Slide 17 - Slide

2.5 werkwoordspelling en gebiedende wijs

Slide 18 - Slide

Gebiedende wijs    ( het moet!! ) 
Het onderwerp ontbreekt in zinnen die in de gebiedende wijs staan. Je gebruikt deze vorm als je iemand iets beveelt. Of vriendelijker: als je iemand een advies geeft of graag wil dat iemand iets doet.


  • Houd je mond en luister!
  • Denk om je gezondheid.
  • Doe mee en win de prijs!

Slide 19 - Slide

voorbeelden
gewone zin :                         jij loopt naar de maan
                                                   o   pv

vraagzin                                loop jij naar de maan?
                                                  pv     o 

gebiedende wijs              loop naar de maan!
                                                 pv      en geen onderwerp!!!!

Slide 20 - Slide

Maken
Hoofdstuk 2 afmaken


Slide 21 - Slide