Wij hebben geen auto. We reizen altijd met de trein.
Dit zijn twee losse zinnen met allebei een eigen PV, maar deze zinnen kun je ook aan elkaar plakken.
We hebben geen auto, maar we reizen altijd met de trein
Slide 8 - Slide
voegwoorden
Slide 9 - Slide
voorbeelden
voegwoord in één zin
We begonnen te schuiven met stoelen en tafels
Vandaag of morgen barst de bom.
Gaat Halina fietsend of lopend naar rugby?
Slide 10 - Slide
Voorbeeld
voegwoord bij twee zinnen :
Jeff zal blijven zitten, omdat zijn cijfers te laag zijn.
Je kunt in de stad gaan wonen ,maar op het platteland is het ook heerlijk.
Let op: in iedere zin zitten twee PV's , je plakt dus twee zinnen aan elkaar!!!
Slide 11 - Slide
2.4 aanwijzend voornaamwoord, onderwerp en persoonsvorm
Slide 12 - Slide
aanwijzend voornaamwoord
Deze pen is rood, maar die pen is blauw.
Slide 13 - Slide
aanwijzend voornaamwoord
Maak een plaatje in je hoofd van de zin.
Wijst iemand in dat plaatje iets aan ?
Dan is dat het aanwijzend voornaamwoord
Slide 14 - Slide
Dat het onderwerp en persoonsvorm hetzelfde getal hebben
vertel me meer, dat wil ik leren!!!!!
Slide 15 - Slide
heel simpel
O. PV
Ikloop op straat
ev--ev
O. PV
Wijlopen op straat
mv-mv
Slide 16 - Slide
Voorbeelden
De groep mensen staat buiten-------------------De groepjes staan buiten.
Tiktok is slecht voor kinderen-----Sociale media zijn slecht voor kinderen.
De koffer met juwelen is teruggevonden--De juwelen zijn teruggevonden.
Slide 17 - Slide
2.5 werkwoordspelling en gebiedende wijs
Slide 18 - Slide
Gebiedende wijs ( het moet!! )
Het onderwerp ontbreekt in zinnen die in de gebiedende wijs staan. Je gebruikt deze vorm als je iemand iets beveelt. Of vriendelijker: als je iemand een advies geeft of graag wil dat iemand iets doet.