This lesson contains 18 slides, with text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Theorie
bijvoeglijke bijzin
&
beknopte bijzin
Slide 1 - Slide
Theorie
Neem de theorie op de volgende dia's goed door, bekijk de filmpjes en de Prezi's. Doe dit serieus en niet te snel. Je docent kan in de rapportage zien hoelang je met een dia bezig bent.
Je gaat er vragen over krijgen en opdrachten bij maken.
Slide 2 - Slide
Pak pen en papier!
Slide 3 - Slide
Aantekeningen
Maak bij het doornemen van de volgende dia's aantekeningen: geef van de onderwerpen een definitie, omschrijving en noteer hulpmiddelen, die je kunt gebruiken om met die onderwerpen opdrachten te maken.
Ook hierbij de opmerking: doe het serieus, want met die aantekeningen kun je hopelijk de stof goed leren en bovendien moet je er later nog iets mee doen.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Tot slot kan een bijvoeglijk bijzin ook nog beginnen met er+vz, hier+vz, waar+vz of daar+vz.
Bijvoorbeeld:
Het onderwerp, waarover veel gesproken werd, bleek niet waar te zijn.
Slide 8 - Slide
Prezi's
Bekijk de volgende twee Prezi's door op de onderstaande linkjes te klikken.
Een foutief beknopte bijzin verbeter je door er een volledig bijzin van te maken. Hiervoor zijn drie aandachtspunten:
Begint de beknopte bijzin met een voorzetsel, zet daar dan het woordje 'dat' achter en vorm dan de rest van de bijzin. -> Na verschoond te zijn ... -> Nadat hij verschoond was ...
Begint de beknopte bijzin met een voltooid deelwoord, begin dan de volledige bijzin met het woordje 'toen'. -> Afgeleid door zijn mobiel ... -> Toen hij afgeleid werd door zijn mobiel ...
Begint de beknopte bijzin met een onvoltooid deelwoord, begin dan de volledige bijzin met het woordje 'terwijl'. -> Dromend van vakantie ... -> Terwijl hij droomde van vakantie ...
Op deze manier kun je veel van de fouten in de beknopte bijzinnen verbeteren.
Slide 15 - Slide
Prezi
Bekijk de prezi door op onderstaande linkje te klikken: