This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
3.5/ 3.6 Afweer
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen
toets vragen bespreken
Herhaling vorige les (nieren)
Uitleg afweer
huiswerk opdrachten
oefentoets
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat doen de nieren?
A
Afvalstoffen uit het bloed halen
B
Zuurstof aan het bloed toevoegen
C
Voedingstoffen aan het bloed toevoegen
Slide 7 - Quiz
De afbeelding geeft onder andere een nier weer. Welke letter geeft het nierbekken aan?
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 8 - Quiz
De buitenste laag van de nier wordt ...................................... van de nier genoemd
A
het niermerg
B
de nierschors
C
het nierkapsel
D
het niervlies
Slide 9 - Quiz
Leerdoel
Je kunt beschrijven hoe je immuun wordt voor een ziekte.
Je kunt beschrijven hoe je immuun wordt door een inenting.
Slide 10 - Slide
1ste bescherming tegen ziektes
Het buiten houden van lichaamsvreemde stoffen door middel van:
• huid
• slijmvliezen in de luchtwegen via trilharen naar maag
• zoutzuur in maagsap
Slide 11 - Slide
Infectie
ziekteverwekker (virus, bacterie of schimmel) is toch het lichaam binnen gekomen.
Afweersysteem (immuunsysteem) treed in werking.
Welke cellen zullen nu actief worden? Denk aan de 3 cellen die in het bloed zitten.
Slide 12 - Slide
2 type witte bloedcellen
1) eet de ziekteverwekker op
2) maakt antistoffen tegen de ziekteverwekker
Slide 13 - Slide
1) eet de ziekteverwekker op
Je kunt witte bloedcellen zien als ‘soldaten’. Ze worden eropuit gestuurd om de ziekteverwekkers te vinden en te doden.
Slide 14 - Slide
2) maakt antistoffen
Door de antistoffen kan de ziekteverwekker je niet meer ziek maken.
Voor verschillende ziekteverwekkers zijn verschillende antistoffen nodig. Je lichaam moet dus veel verschillende antistoffen kunnen maken. Je bloed vervoert de antistoffen door het lichaam.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Inenting/vaccinatie
Natuurlijke immuniteit Kunstmatige immuniteit
Slide 17 - Slide
Leerdoel
Je kunt beschrijven hoe je immuun wordt voor een ziekte.
Je kunt beschrijven hoe je immuun wordt door een inenting.
Slide 18 - Slide
wat nu?
Kader -> extra uitleg -> opdrachten maken (B5) -> oefentoets