1. Lezen + leesboek en groepjes doorgeven aan docent.
2. Controle huiswerk + uitleg opdr. 9
3. Herhaling spelling werkwoorden (pvtt, pvvt, vd, td)
4. Uitleg bijvoeglijk naamwoord van een deelwoord
5. Oefenen
6. Huiswerk donderdag: Online 4.9: 1, 3, 4 en 5