les 5 kijken en luisteren

 Kijken en luisteren
Ga rustig zitten


leg je spullen klaar
laptop= dicht
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 Kijken en luisteren
Ga rustig zitten


leg je spullen klaar
laptop= dicht

Slide 1 - Slide

les vandaag

Aan het einde van deze les :
- kun je het spreekdoel en het publiek van een programma bepalen.
- weet je dat taal- en stemgebruik zijn afgestemd op het doel en het publek.
- kun je het stemgebruik van een spreker beoordelen.


Slide 2 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Iemand vertelt iets met een doel.
Noem de 4 spreek/ tekst/ doelen

Slide 4 - Open question

De mensen aan wie de spreker iets wil vertellen noem je ….
A
luisteraars
B
publiek
C
gasten
D
gesprekspartners

Slide 5 - Quiz

Het stemgebruik en het taalgebruik van een spreker moeten passen bij het publiek.
Geef hiervan eens een voorbeeld.

Slide 6 - Open question

Onderwerp 1
Een tv-programma dat het "Vertel nog eens een sprookje" daarin wordt elke avond een sprookje voorgelezen.

Het spreekdoel = …………………… het publiek = ……………………..

Slide 7 - Open question

Onderwerp 3
Een spotje over het illegaal downloaden van films en muziek. De muziek op de achtergrond is hard en de beelden wisselen elkaar heel snel af.

Het spreekdoel = …………………… het publiek = ……………………..

Slide 8 - Open question

je gaat een filmpje bekijken,
fragment. Het onderwerp is: het jaarlijkse lego-evenement. 

Let tijdens het kijken op:
- spreekdoel
- publiek
- stemgebruik
- taalgebruik


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Je weet dat de spreker een / meer doelen heeft.

Noem 2 doelen van dit fragment.

Slide 11 - Open question

Voor welk publiek is dit filmpje bedoeld?
A
alleen voor de kinderen
B
alleen voor de ouders
C
voor het hele gezin

Slide 12 - Quiz

Wat voor taal gebruikt de spreker?


A
formeel
B
informeel

Slide 13 - Quiz

Hoe is het stemgebruik van de spreker?
A
enthousiast, overhalend
B
saai, eentonig
C
hard, boos
D
zacht, rustig

Slide 14 - Quiz

aan het werk
- gebruik koptelefoon/ oortjes
- maak alle opdrachten af van kijken en luisteren  
thema A, thema B, thema C en thema D.
- je krijgt hier een cijfer voor.

Slide 15 - Slide

Stel je voor: na dit fragment komt een stukje speciaal voor 65-plussers,
omdat er in deze hal een plaats is voor ouderen om iets te bouwen van lego.

1) Wat verandert dan in het taalgebruik?
2) Wat verandert dan in het stemgebruik?

Slide 16 - Open question

Weer een filmfragment
Tijdens het kijken moet je bedenken hoe het fragment verder zal gaan.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Vertel in 2 regels hoe het fragment volgens jou verder zal gaan.

Slide 19 - Open question

een nieuw fragment
Bekijk eerst het fragment, daarna beantwoord je de vragen.
BELANGRIJK! 
Kijk goed! Luister goed naar wat er gezegd wordt. 

Slide 20 - Slide

Wat is het doel van de makers van dit filmpje?
A
informatie geven: hoe energie gemaakt wordt
B
uitleg geven: wat je wel en niet met energie kunt doen
C
amuseren: leuk om te zien waar energie vandaan komt
D
overhalen: mensen minder energie laten verspillen

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Link

Wat kun je doen voor een beter milieu volgens dit fragment?

Schrijf het op zoals het in het filmpje wordt gezegd.

Slide 23 - Open question

Er wordt gezegd: ‘Daarmee belasten we het milieu.’

Wat betekent belasten?

Slide 24 - Open question

Waarom is dit fragment geloofwaardig?

Slide 25 - Open question

Bijna klaar
Je bent bijna klaar met deze les.
Je krijgt nog één vraag: 
hoe vond je deze les? Heb je tips en of tops? 

Als je die vraag beantwoord hebt, kun je afsluiten.

Slide 26 - Slide

Mijn mening over deze les...…

Slide 27 - Open question

Sluit deze les af met een x

Tot de volgende les.

Slide 28 - Slide

Theorie
Lees de theorie op blz. 202-203 goed door.
Probeer te onthouden wat er staat.
Je krijgt hierna een paar vragen.
BELANGRIJK! 
Leg blz. 202 -203 van je boek open.

Slide 29 - Slide

Leg voor je opdracht 49 (blz. 203)
onderwerp 1
onderwerp 2
onderwerp 3
Een tv-programma dat heet …….. 
Een journaliste doet live ….
Een spotje over het illegaal …..

Slide 30 - Slide

Onderwerp 2
Een journaliste doet live verslag voor het NOS journaal. Het gaat over een gek ongeluk met een goede afloop.

Het spreekdoel = …………………… het publiek = ……………………..

Slide 31 - Open question