Omnia college Ne klas 4 ww spelling

werkwoordspelling klas 3
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

werkwoordspelling klas 3

Slide 1 - Slide

persoonsvorm  (pv)


tt:     Hij antwoordt nooit snel.

vt:    Hij antwoordde nooit snel.

Slide 2 - Slide

voltooid deelwoord (VD)

Hij heeft snel geantwoord.

Wat heb jij gemaakt?

Hij heeft geboft.


Hoe zat 't ook al weer met 't ex kofschip?

Slide 3 - Slide

Gebiedende wijs

Pak je boek eens!

Verbied je zoon om uit te gaan!

Kies eens wat uit!


Geen onderwerp:  kies de ik-vorm


Slide 4 - Slide

onvoltooid deelwoord (OD)



Fluitend liep hij op ons af.


Slide 5 - Slide

Het ...(misten)... vanochtend behoorlijk.
A
miste
B
misten
C
mistte
D
mistten

Slide 6 - Quiz

Hij is naar Groningen ...(verhuizen)...
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuisde
D
verhuiste

Slide 7 - Quiz

Hij liep (fluiten) ... (OD) door het huis
A
fluiten
B
fluitent
C
fluitend
D
floot

Slide 8 - Quiz

(beantwoorden) .... mijn vraag eens!
A
beantwoord
B
beantwoordt
C
beantwoordde
D
beantwoorde

Slide 9 - Quiz

Normaal gesproken (worden) ..... hij nooit ziek
A
word
B
wordt
C
wort
D
werd

Slide 10 - Quiz

(worden) ..... jij wel eens ziek?
A
word
B
wordt
C
werd
D
worden

Slide 11 - Quiz