Nederlands Werkwoordspelling Herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Nederlands

Werkwoordspelling

Herhaling

Mevrouw Luteijn

Eerst nakijken!

Blok 4

blz. 138 opdr. 20

Blok 5

blz. 171 opdr. 13

Wat gaan we doen?

Herhalen werkwoordspelling

Oefenen oefenen oefenen

Even opfrissen!
Wat is het hele werkwoord?

Wat is het verschil tussen de stam en de ik-vorm?

Wat is de stam en de ik-vorm van:
zitten

Wanneer schrijf je de ik-vorm + t?

Enkelvoud t.t. = de ik-vorm en de ik-vorm + t
Meervoud t.t.= het hele werkwoord

1. Waar
2. Niet waar

Wat verandert er als jij (je) achter de persoonsvorm staat?

Hoe herken je de persoonsvorm in de v.t.?

Alleen bij de persoonsvorm in de v.t. gebruik je 't ex kofschip

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de ik-vorm van zijn?

Hoe maak je van een werkwoord een voltooid deelwoord?

Aan het werk

Basisboek

blz. 202 opdr. 14

Differentiatiewerkboek

blz. 28 opdr. 6, 7 en 8