Nederlands Werkwoordspelling Blok 4.2 & 5

Nederlands
Werkwoordspelling
Werkwoordspelling
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
Werkwoordspelling
Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Eerst nakijken!

Blok 4
blz. 135-137
opdr. 17, 18 en 19

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?

Leren de werkwoorden hebben en zijn

Herhalen werkwoordspelling

Slide 3 - Slide

Hebben en zijn
Moeilijke werkwoorden, omdat hier niet dezelfde regels voor zijn als andere werkwoorden.

Andere vormen

Slide 4 - Slide

Hebben

Slide 5 - Slide

Zijn

Slide 6 - Slide

Even oefenen:
Ik-vorm t.t. van zijn

Slide 7 - Open question

Hij-vorm t.t. van zijn

Slide 8 - Open question

Wij-vorm (meervoud) t.t. zijn

Slide 9 - Open question

Ik-vorm t.t. van hebben

Slide 10 - Open question

Hij-vorm t.t. van hebben

Slide 11 - Open question

Wij-vorm (meervoud) t.t. hebben

Slide 12 - Open question

Herhaling
Tegenwoordige tijd "vissen"
stam: viss
ik-vorm: ik vis
hij-vorm: hij vist
wij-vorm (meervoud): wij vissen

Slide 13 - Slide

Herhaling
Verleden tijd "vissen"
't ex kofschip!
ik-vorm: Ik viste
hij- vorm: hij viste
wij-vorm (meervoud): wij visten

voltooid deelwoord: hebben gevist

Slide 14 - Slide

Aan het werk
Blok 4
blz. 138 opdr. 20

Blok 5
blz. 171 opdr. 13

Slide 15 - Slide