adverbs&adjectives

adverbs & adjectives
H3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

adverbs & adjectives
H3

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Vergelijk
The beautiful house
The extremely beautiful house.

Slide 3 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord: adjectives.
Zegt iets van zelfstandig naamwoord.
The beautiful house.

Slide 4 - Slide

Bijwoorden: adverbs
zegt iets over:
werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
ander bijwoord
hele zin

Slide 5 - Slide

werkwoord
She sings beautifully.

Slide 6 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
He finished the painting at a terrifically fast pace.

Slide 7 - Slide

ander bijwoord
You can sing truly beautifully.

Slide 8 - Slide

Hele zin
Luckily, I now understand adverbs.

Slide 9 - Slide

om adverb te maken:
woord+ ly
beautiful- beautifully
proud- proudly

Slide 10 - Slide

Let op de uitzonderingen
bijvoorbeeld
adverb: Early - heeft al (ly) dus het blijft = early

Slide 11 - Slide

Adjectives and adverbs
She dances ......
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 12 - Quiz

Adjectives and adverbs
Racehorses have to run really ....
A
quickly
B
quick

Slide 13 - Quiz

Adjectives and adverbs
She skates ....
A
fastly
B
fast

Slide 14 - Quiz

Zelf aan het slag 
Maak opdrachten
Reading 4 - 5 t/m 7 

Slide 15 - Slide

Huiswerk
Leren worden en Expressions van Les 4 

Slide 16 - Slide

Heeft jullie een vraag?

Slide 17 - Slide