adverbs&adjectives

1 / 13

Slide 1: Slide

EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 20 min

Items in this lesson

adverbs&adjectives

Slide 1 - Slide

Vergelijk

The beautiful house

The extremely beautiful house.

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord: adjectives.

Zegt iets van zelfstandig naamwoord.

The beautiful house.

Slide 3 - Slide

Bijwoorden: adverbs

zegt iets over:

werkwoord

bijvoeglijk naamwoord

ander bijwoord

hele zin

Slide 4 - Slide

werkwoord

She sings beautifully.

Slide 5 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

He finished the painting at a terrifically fast pace.

Slide 6 - Slide

ander bijwoord

You can sing truly beautifully.

Slide 7 - Slide

Hele zin

Luckily, I now understand adverbs.

Slide 8 - Slide

om adverb te maken:

woord+ ly

beautiful- beautifully

proud- proudly

Slide 9 - Slide

Let op de uitzonderingen

Slide 10 - Slide

Adjectives and adverbs
She dances ......

wonderful

wonderfully

Slide 11 - Quiz

Adjectives and adverbs
Racehorses have to run really ....

quickly

quick

Slide 12 - Quiz

Adjectives and adverbs
She skates ....

fastly

fast

Slide 13 - Quiz

adverbs&adjectives

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Quiz

More lessons like this

adverbs&adjectives

4T - 22/01/2020 (Adverbs & Adjectives)

Adverbs & Adjectives

Grammar: adjectives and adverbs

Adverbs & Adjectives h2

Adjectives & adverbs

Bijwoorden & bijvoeglijke naamwoorden

Bijwoorden & bijvoeglijke naamwoorden