Les 3 22-9: woordenschat

Woordenschat
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat

Slide 1 - Slide

Planning
  • Lezen + huiswerk controleren
  • Huiswerk nakijken
  • Doelen
  • Filmpje NN
  • Oefenen
  • Aan de slag (huiswerk)

Slide 2 - Slide

Lezen
10 minuten in stilte lezen.
Ik kom langs om het huiswerk te controleren.

Slide 3 - Slide

Huiswerk nakijken
Opdracht 1 ,2, 4 en 6  (blz. 32 + 33).

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Ik weet hoe ik de betekenis van een onbekend woord kan vinden.

Slide 5 - Slide

Filmpje NN
Daarna lezen we tekst 1 en 2 alvast samen (blz. 27 + 28)

Slide 6 - Slide

Wat betekent 'vocabulaire'?
A
woordenboek
B
zinnen
C
onderwerpen
D
woordenschat

Slide 7 - Quiz

woordenschat
Wat is een ander woord voor "realistisch"?
A
vreemd
B
echt
C
sterk
D
anders

Slide 8 - Quiz

woordenschat
Wat betekent belemmeren?
A
verhinderen
B
zeuren
C
remmen
D
jaloers zijn

Slide 9 - Quiz

Woordenschat:
wat betekent het woord ‘genereren’ in de zin:
Dat genereert werkstress en overwerk
A
laat
B
belooft
C
maakt
D
geeft

Slide 10 - Quiz

Aan de slag
  • Maak opdracht 1 t/m 5 in je schrift (blz. 26 t/m 29).

Klaar?
  • Lezen
  • Extra opdrachten maken (online)

Niet klaar?
Huiswerk

Slide 11 - Slide