This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Herzlich Willkommen
Slide 1 - Slide
Heute auf dem Programm
Hausaufaben besprechen
Erklärung Genitiv (tweede naamval)
Üben mit dem Genitiv
Üben und Wiederholung mit Akkusativ, Dativ, Genitiv
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Genitiv
let op!
Mannelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden krijgen in de Genitiv een -es (bij eenlettergrepige woorden of woorden die eindigen op een sis-klank) --> das Auto des Mannes
Bij meerlettergrepige woorden krijgen ze alleen een -s: die Flügel des Vogels
Bij bijv. Schulfach (samengestelde woorden) kijk je voor de extra -s of -es naar het laaste woord: FACH = 1 lettergreep dus: FACHES
Je vertaalt de Genitv altijd met VAN als er een bezitsrelatie wordt uitgedrukt: het boek VAN de man, de inhoud VAN de lezing
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Der Inhalt d..... Vorlesung war spannend
timer
0:20
Slide 11 - Open question
Wer träumt nicht vom Gehalt dies.... Direktor....
timer
0:20
Slide 12 - Open question
Die Prüfungen d..... Schulfach.... waren zu schwierig
timer
0:20
Slide 13 - Open question
Sie geht jeden Tag mit ihr...... Freund spazieren.
timer
0:20
Slide 14 - Open question
Er hat das von sein..... Vater bekommen.
timer
0:20
Slide 15 - Open question
Er war sehr nett zu mein... Eltern.
timer
0:20
Slide 16 - Open question
Wat drukt de "Genitiv" uit?
timer
0:10
A
een plaatsbepaling
B
een beweging
C
een van-bepaling
D
een lijdend voorwerp
Slide 17 - Quiz
Welke naamval is de "Genitiv"?
timer
0:10
A
eerste
B
tweede
C
derde
D
vierde
Slide 18 - Quiz
In welchem Buchtitel kommt der Genitiv vor?
timer
0:10
A
Jugend Ohne Gott
B
Der Vorleser
C
Die Weiße Rose
D
Am Beispiel meines Bruders
Slide 19 - Quiz
Übersetze mit dem Genitiv: Wie alt ist die Mutter ... "van de lieve jongen"?