This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Heute
Erklärung Genitiv
Üben mit dem Genitiv
Üben mit Akkusativ, Dativ, Genitiv
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Genitiv
let op!
Mannelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden krijgen in de Genitiv een -es (bij eenlettergrepige woorden of woorden die eindigen op een sis-klank) --> das Auto des Mannes
Bij meerlettergrepige woorden krijgen ze alleen een -s: die Flügel des Vogels
Bij bijv. Schulfach (samengestelde woorden) kijk je voor de extra -s of -es naar het laaste woord: FACH = 1 lettergreep dus: FACHES
Je vertaalt de Genitv altijd met VAN als er een bezitsrelatie wordt uitgedrukt: het boek VAN de man, de inhoud VAN de lezing
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wer träumt nicht vom Gehalt dies.... Direktor....
Slide 11 - Open question
Die Prüfungen d..... Schulfach.... waren zu schwierig
Slide 12 - Open question
Der Inhalt d..... Vorlesung war spannend
Slide 13 - Open question
Sie geht jeden Tag mit ihr...... Freund spazieren.