Een didactische werkvorm is de manier waarop de leerkracht de onderwijsleersituatie vormgeeft. Het zijn dus gedragingen van de leerkracht. Bij het kiezen voor een didactische werkvorm moet een leerkracht zich afvragen welke vorm het meest geschikt is.
Voorbeelden: kringgesprek, demonstratie,
Slide 7 - Slide
Didactische werkvormen
Voorbeeld:
Kies je voor een coöperatieve werkvorm, dan leren de leerlingen niet alleen de didactische doelen, maar oefenen zij ook samenwerkingsvormen.
Slide 8 - Slide
Didactische werkvormen
Nog een voorbeeld:
Kies je voor een leraargestuurde instructie gevolgd door een individuele schrijfopdracht, dan leren de leerlingen luisteren en volgzaamheid, maar geen specifieke andere pedagogische doelen.
Slide 9 - Slide
Cooperatieve werkvorm
competitieve werkvorm
Individualistische werkvorm
Samenwerken
Concurrenten
Zelfstandig werken
Slide 10 - Drag question
Didactische werkvormen
Coöperatieve werkvorm: Samenwerken
Competitieve werkvorm: concurrenten
Individualistische werkvorm: zelfstandig werken
Slide 11 - Slide
Coöperatieve werkvorm
Samenwerken
Simultane interactie: In gesprek met elkaar
Voorbeeld: Flitskaarten
Hoe herkennen jullie de coöperatieve werkvorm in het volgende filmpje?
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Mix en match
Hoe herkennen jullie de coöperatieve werkvorm in het volgende filmpje?
Slide 14 - Slide
Competitieve werkvormen
Concurrenten
Op snelheid of hoeveelheid
Risico: Ongewenst gedrag
Voordeel: stimuleert
Voorbeeld: quiz
We gaan nu zelf aan de slag met een competitieve werkvorm
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Individualistische werkvorm
Zelfstandig werken
Het oefenen met kennis en vaardigheden
Lezen, schrijven, onderzoeken, uitvoeren
Voorbeeld: Het presenteren van een onderzoek
Slide 17 - Slide
Welke didactische werkvorm is het meest effectief?
Coöperatief
Competitief
Individualistisch
Slide 18 - Poll
Opdracht
Vul individueel dit werkblad in.
circa 10 min.
Daarna klassikaal bespreken
Slide 19 - Slide
Zijn er nog vragen over de les?
Slide 20 - Slide
Eindopdracht 4
Werkvorm bedenken:
Kies een coöperatieve of een competitieve werkvorm.
Wat is het doel van de gekozen werkvorm.
Leg de werkvorm uit
Leg uit welke benodigdheden je nodig hebt voor de werkvorm.
Leg uit hoe je het lokaal zou indelen voor de werkvorm.