Didactiek P6W4 - 2.3 Didactische werkvormen

P6W4
  • 2.3 : "Didactische werkvormen"   
1 / 22
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

P6W4
  • 2.3 : "Didactische werkvormen"   

Slide 1 - Slide

2.3 : "Didactische werkvormen" 
Lesdoelen :
  1. De student weet welke factoren bepalend kunnen zijn voor de keuze van een didactische werkvorm.
  2. De student kent de indeling in coöperatieve/competitieve en individualistische werkvormen en kan hiervan voorbeelden benoemen.
  3. De student kent de voor- en nadelen van de verschillende categorieën en weet wanneer het beste voor een bepaalde categorie gekozen kan worden.




Slide 2 - Slide

Eindopdrachten 
Week 1 = Instructievormen (presentatie in de klas) 
Week 2 = 
Week 3 = verslag specifieke onderwijsbehoefte
Week 4 = Verslag coöperatieve of competitieve werkvormen 
Week 5 = 
Week 6 = 
Week 7 = géén eindopdracht

Slide 3 - Slide

Wat gaan we vandaag doen ?
  1. Theorie doornemen 2.3 : coöperatieve werkvormen, competitieve werkvormen individualistische werkvormen.  
  2. Eindopdracht week 4 : Verslag onderwijsbehoefte
  3. Presentaties ? 

Slide 4 - Slide

Presentaties (wk 2 0f 3) -OA4V1B
  • Amy, Bindi = week 2
  • Manouk, Annet, Lynn, Guusje, Rejanne= week 2
  • Sanne, Ilse, Robbin, Demi=  week 3 
  • Sara, Aylin, Azra , Famke = week 4

Slide 5 - Slide

Herhaling!
  • Noem de 3 kenmerken van een goede samenwerking.
  • Wat is een onderwijsleergesprek? 

Slide 6 - Slide

Didactische werkvormen
Een didactische werkvorm is de manier waarop de leerkracht de onderwijsleersituatie vormgeeft. Het zijn dus gedragingen van de leerkracht. Bij het kiezen voor een didactische werkvorm moet een leerkracht zich afvragen welke vorm het meest geschikt is.

Voorbeelden: kringgesprek, demonstratie, 

Slide 7 - Slide

Didactische werkvormen
Voorbeeld: 

Kies je voor een coöperatieve werkvorm, dan leren de leerlingen niet alleen de didactische doelen, maar oefenen zij ook samenwerkingsvormen.

Slide 8 - Slide

Didactische werkvormen
Nog een voorbeeld: 

Kies je voor een leraargestuurde instructie gevolgd door een individuele schrijfopdracht, dan leren de leerlingen luisteren en volgzaamheid, maar geen specifieke andere pedagogische doelen.

Slide 9 - Slide

Cooperatieve werkvorm
competitieve werkvorm
Individualistische werkvorm
Samenwerken 
Concurrenten 
Zelfstandig werken

Slide 10 - Drag question

Didactische werkvormen
  • Coöperatieve werkvorm: Samenwerken
  • Competitieve werkvorm: concurrenten
  • Individualistische werkvorm: zelfstandig werken 

Slide 11 - Slide

Coöperatieve werkvorm
  • Samenwerken
  • Simultane interactie: In gesprek met elkaar
  • Voorbeeld: Flitskaarten 


Hoe herkennen jullie de coöperatieve werkvorm in het volgende filmpje?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Mix en match
Hoe herkennen jullie de coöperatieve werkvorm in het volgende filmpje?

Slide 14 - Slide

Competitieve werkvormen

  • Concurrenten
  • Op snelheid of hoeveelheid
  • Risico: Ongewenst gedrag
  • Voordeel: stimuleert
  • Voorbeeld: quiz

We gaan nu zelf aan de slag met een competitieve werkvorm

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Individualistische werkvorm
  • Zelfstandig werken
  • Het oefenen met kennis en vaardigheden
  • Lezen, schrijven, onderzoeken, uitvoeren
  • Voorbeeld: Het presenteren van een onderzoek

Slide 17 - Slide

Welke didactische werkvorm is het meest effectief?
Coöperatief
Competitief
Individualistisch

Slide 18 - Poll

Opdracht
Vul individueel dit werkblad in. 




circa 10 min.
Daarna klassikaal bespreken

Slide 19 - Slide

Zijn er nog vragen over de les?

Slide 20 - Slide

Eindopdracht 4
Werkvorm bedenken:
  • Kies een coöperatieve of een competitieve werkvorm.
  • Wat is het doel van de gekozen werkvorm.
  • Leg de werkvorm uit 
  • Leg uit welke benodigdheden je nodig hebt voor de werkvorm.
  • Leg uit hoe je het lokaal zou indelen voor de werkvorm.
  • Leg uit hoe je de werkvorm zou begeleiden.

Slide 21 - Slide

Presentaties (wk 2 0f 3) -OA4V1A
  • Sterre, Sanne, Kimberley, Femke = week 3
  • Linne, Felicia, Ize, Salma, Guusje, Chazzle = week 3
  • Ise, Nienke, Robin, Dewi =  week 2
  • Wessel, Jules, Fenne =  week 2

Slide 22 - Slide