1 Meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is (mens of dier)
2 Meewerkend voorwerp kan beginnen met AAN, maar als het er niet staat kun je het er in gedachten wel voor zetten.. Als het er staat kun je het ook weglaten.( Hij geeft mij het pakje. Hij geeft aan mij het pakje)
3 Meewerkend voorwerp kan ook met VOOR beginnen. Iemand doet iets voor iemand, (Ik schep de soep voor jou op.) Je kan VOOR niet weglaten
4 meewerkend voorwerp komt ook in een zin met naamwoordelijk gezegde voor. (Zulke schoenen zijn voor mij veel te duur.)