This lesson contains 25 slides, with text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 1 min
Items in this lesson
Op tafel:
laptop (dicht op tafel)
map
pen
Welkom vwo 3
timer
10:00
Jas uit en over je stoel.
Oortjes en telefoon in je tas.
Tas op de grond.
Starten met 10 minuten NUMO
Inlog vergeten?
gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456
wachtwoord: j123456
Slide 1 - Slide
Vandaag maandag 9 september:
NUMO: al gedaan
Les 1: verder met de uitleg
Huiswerk bespreken
Oefenen
Zelf opdrachten maken
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Je weet wat retorica is en wat de drie overtuigingsmiddelen ethos, logos en pathos inhouden.
Slide 3 - Slide
Leerdoel
Je weet wat retorica is en wat de drie overtuigingsmiddelen ethos, logos en pathos inhouden.
Vragen hierbij:
Wat doet een taalgebruiker om iemand te overtuigen?
Hoe zet hij/zij bewust de goede woorden, de juiste tekststructuur en overtuigende argumenten in?
Slide 4 - Slide
3 technieken voor in een debat
1. ethos
2. pathos
3. logos
Tip:
Maak aantekeningen!
Slide 5 - Slide
3 technieken voor in een debat
Ethos: het vertrouwen dat je wekt / de geloofwaardigheid die je creëert
Pathos: De emoties die je oproept / inspelen op emoties van anderen
Logos: Argumenten, feiten en bewijzen geven / de logica van wat je vertelt
Met ethos, pathos en logos samen kun je een goede spreker worden.
Slide 6 - Slide
Huiswerk bespreken
Vraag 3a
Ethos gaat over hoe eerlijk of betrouwbaar je overkomt op je publiek.
Pathos gaat over het bespelen van de gevoelens van je publiek, om ze een bepaalde kant op te sturen.
Logos gaat over de inhoud van je redenering: de argumenten en bewijzen die je geeft om je publiek over te halen.
Slide 7 - Slide
Huiswerk bespreken
Vraag 3b
Het woord ethos betekent karakter en je karakter bepaalt (mede) hoe betrouwbaar mensen je vinden.
Het woord logos betekent woord/gedachte/rede, wat de inhoud is van je redenering.
Het woord pathos bekent emotie en dat is precies waar pathos om gaat: de emoties van je publiek.
Slide 8 - Slide
Huiswerk bespreken
Vraag 3c
Bij ethos hoort ‘gevoelig voor mooie woorden’ en bij pathos hoort ‘emotioneel beïnvloedbaar’
Slide 9 - Slide
Filmpje over logos, ethos en pathos, in het Engels.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Opdracht
Opdracht
Overleg met je buur hoe ethos, pathos en logos worden ingezet.
timer
5:00
Slide 12 - Slide
Aan de slag
Maak opdracht 5
Klaar? Ga verder met opdracht 7
timer
5:00
Slide 13 - Slide
Bij de reclame van Page wordt vooral pathos ingezet: door het laten zien van een schattige hond worden de gevoelens van het publiek beïnvloed.
Slide 14 - Slide
Bij de reclame van Dirk wordt vooral logos ingezet: er worden redenen gegeven waarom de producten van Dirk goedkoper zijn dan die van andere supermarkten.
Slide 15 - Slide
Oefenen!
We bekijken zo een filmpje van Obama.
Past het bij ethos, logos of pathos?
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Ethos, logos of pathos?
Pathos
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Ethos, logos of pathos?
Logos
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Ethos, logos of pathos?
Ethos
Slide 22 - Slide
Opdracht
Ethos: het vertrouwen dat je wekt / de geloofwaardigheid die je creëert
Pathos: De emoties die je oproept / inspelen op emoties van anderen
Logos: Argumenten, feiten en bewijzen geven / de logica van wat je vertelt
Vraag: Hoe overtuig je je ouders om morgen een paar uurtjes te skippen van school?
Bedenk voor ethos, pathos, logos wat goed werkt als je je ouders wilt overtuigen.