Pedagogiek periode 2.4 - les 4

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 2

Dagopening | Handelingen 11 vers 19-30

Deze les

2.4 Fundamenten van ontwikkeling - Omgevingsfactoren

3.3 Ontwikkeling van het basisschoolkind

2.4 De omgeving

Veel invloed op ontwikkeling

Sociale vergelijking: kind vergelijkt zichzelf met leeftijdsgenoten

3.4 Ontwikkeling basisschoolkind

Kleuter 4-7

Jonge schoolkind 7-9

Oudere schoolkind 9-12

Grove motorische ontwikkeling

Kleuters maken motorisch grote stappen

Denk aan behendigheid en bewegingen bij het spelen

Wat kan of leert een kleuter op het gebied van grove motoriek?

Fijne motorische ontwikkeling

Rond 5 jaar is voorkeurshand duidelijk

Pengreep ontwikkelt bij kleuter

Schrijven verfijnt zich vanaf 6 jaar

Motoriek

Kruisen van de middellijn, bv.

• Krabben aan je elleboog
• Iets doorgeven met 1 hand
• Schrijven van links > rechts

Kan kind alleen als beide hersenhelften samenwerken

Cognitieve ontwikkeling

Kleuter denkt nog onlogisch, bv.:

• 2 halve koekjes zijn meer dan 1 heel koekje
• In een smal glas zit meer limonade dan in een breed glas omdat het voller lijkt

Als een kind begrijpt hoe dit werkt, heet dit 

objectconservatie (zie filmpje in volgende slide)

www.jmouders.nl

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Kleuters spelen met jongens en meisjes

Schoolkinderen spelen vaak liefst met kind van eigen sekse

Oudere schoolkind zoekt identificatiefiguur of idool

Schoolkind is leergierig en prestatiegericht

Seksuele ontwikkeling

Psycholoog Freud onderscheidde fasen in deze ontwikkeling

• Tot 1,5: mondelinge fase, kind verkent met zijn mond
• 1,5-3: anale fase, kind wordt zindelijk
• 3-6: fallische fase: kind verkent geslachtsdelen en j/m
• 6-12: latente fase, kind is tijdelijk meer gericht op verwerven van kennis (over seksualiteit) dan op het eigen lichaam