8.3 les 2

Biologie
Paragraaf 8 Je lichaam werkt

Paragraaf 8.3 je bloed vervoert
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Biologie
Paragraaf 8 Je lichaam werkt

Paragraaf 8.3 je bloed vervoert

Slide 1 - Slide

Lesplanning
1. terugblik vorige lessen
2. Uitleg: koe komen stoffen in je cellen?
3. *8.3 maken t/m 12
4. 8.1, 8.2 & 8.3 nakijken
5. afsluiten

Slide 2 - Slide

Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend.
+
+
  _______>
verbranding
koolstofdioxide
zuurstof
water
Brandstof

Slide 3 - Drag question

zuurstofarm bloedt
zuurstofrijk bloed
zuurstof gaat bloed in
koolstofdioxide gaat bloed uit
ingeademde lucht met veel zuurstof

Slide 4 - Drag question

Glucose komt het bloed in
Zuurstof het bloed in, koolstofdioxide het bloed uit.
Water en afvalstoffen uit je bloed
Water het bloed uit
Glucose en zuurstof bloed uit, koolstofdioxide en water bloed in

Slide 5 - Drag question

Wat vervoert bloed?

Slide 6 - Mind map

leerdoelen vorige les
  • je weet waar bloed uit bestaat.
  • je kent de verschillende bloedvaten  en weet de verschillen.

Slide 7 - Slide

Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 8 - Drag question

Waarvoor dient bloedplasma?
A
Hier zit zuurstof aan vast
B
Vervoeren van voedingsstoffen

Slide 9 - Quiz

Samenstelling bloed
Plasma vervoert voedingsstoffen en afvalstoffen

Slide 10 - Slide

Hoe vervoert bloed stoffen
Bloedplasma: vervoert glucose, vitamines, hormonen, afvalstoffen ( water, CO2)

Rode bloedcellen: vervoert zuurstof

Samen vervoeren ze dus zuurstof en glucose wat nodig is voor de verbranding

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

3 soorten bloedvaten

Slide 13 - Slide

verschillen in bloedvaten
  • slagader: dikke elastische wand, gaat van het hart af.
  • haarvat: wand 1 cellaag dik, 
  • ader: gaat naar het hart toe, wanden zijn slap en dun, hebben kleppen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

8. 4 -doelen
  • je kunt de kleine en de grote bloedsomloop kunnen benoemen.
  • Je kunt de ruimtes van het hart benoemen.
  • je kunt de bloedvaten benoemen.
  • Je kunt de fases van het pompen van je hart benoemen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 18 - Drag question