Prepositions of time and place

Welcome TL3!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welcome TL3!

Slide 1 - Slide

Monday  29th January

Slide 2 - Slide

  • Intro
  • Homework: voc C, opdr. 26/27, 4x R. Theory

Today:
- vocab F p. 171
- grammar 7

Get to work: 
- Do: opdr 28, 29, 30 + F listening (34/37) online
* Check: 26/27
* Read Theory 4x

 





* You can use the prepositions of time IN ON AT correctly

* You know words to do with science and technology and use them correctly







Slide 3 - Slide

Prepositions of time and place

Slide 4 - Slide

Mission:
At the end of this lesson you can use prepositions of time and place.

Slide 5 - Slide

Preposition of time
Deze gebruik je om aan te geven wanneer iets gebeurd.
On gebruik je bij dagen en data.
I have a match on Saturday.
In gebruik je bij maanden, jaren, seizoenen, en dagdelen.
I woke up in the afternoon.
At gebruik je bij tijden en vakanties.
I saw my aunt at Christmas.

Slide 6 - Slide

Preposition of place
Deze gebruik je om aan te geven waar iets gebeurd.
On gebruik je bij openbaar vervoer of bovenop.
I was on the bus this morning.
In gebruik je bij natuur, landen en binnen.
He took classes in school.
At gebruik je bij specifieke locaties, huisnummers en gebouwen
We live at Eikenlaan 22.

Slide 7 - Slide

1. He told me a story .. midnight.
A
in
B
on
C
at

Slide 8 - Quiz

2. We visit my grandparents .. January 1st.
A
in
B
on
C
at

Slide 9 - Quiz

3. Flowers grow .. spring.
A
in
B
on
C
at

Slide 10 - Quiz

4. I was born .. 1994.
A
in
B
on
C
at

Slide 11 - Quiz

5. I saw my aunt .. Christmas.
A
in
B
on
C
at

Slide 12 - Quiz

6. We met .. the train.
A
in
B
on
C
at

Slide 13 - Quiz

7. I am .. the station.
A
in
B
on
C
at

Slide 14 - Quiz

8. He lives .. the mountains.
A
in
B
on
C
at

Slide 15 - Quiz

9. He was born .. France.
A
in
B
on
C
at

Slide 16 - Quiz

10. My phone is .. the table.
A
in
B
on
C
at

Slide 17 - Quiz

Ik weet hoe ik de voorzetsels voor tijd en plaats moet gebruiken.
Ja, dit gaat goed komen op de toets!
Ja, ik moet alleen nog een beetje oefenen.
Ik moet nog heel goed leren en oefenen.
Ik maak me zorgen om dit onderdeel.

Slide 18 - Poll

Do you have any questions about prepositions of time and place? Ask in English or Dutch.

Slide 19 - Open question

And now?
Do: E: writing and grammar ex. 27a 
Slim Stampen grammar 7a and grammar 7b

Finished that already too? You can also do slim stampen grammar a and grammar b

Slide 20 - Slide