Di 27 februari Spelling werkwoorden/ tussenletters in samenstellingen

Samenstelling
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Samenstelling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Samenstellingen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Samenstellingen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Samenstellingen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Samenstellingen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Samenstellingen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Tussenletter 'en' in samenstelling
Als het eerste deel van de samenstelling een meervoud op -en heeft, dan schrijf je dat ook in de samenstelling.
Dus:

beukennootje
fietsenstalling

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Samenstelling
Je schrijft een samenstelling als één woord.
windmolenmonteur

Je zet NOOIT een spatie in een samenstelling.

Je zet een koppelteken bij letterverwarring.
wiskunde-expert

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenstelling
Een woord dat bestaat uit twee of meer kleinere woorden, 
heet een samenstelling.

Bijvoorbeeld: 
voetbalwedstrijd

Slide 10 - Slide

Voetbalwedstrijd bestaat uit voetbal en wedstrijd, maar voetbal bestaat weer uit voet en bal. Deze samenstelling bestaat dus uit 3 woorden!
Welke illustraties maken samen een goede samenstelling ? Slepen maar! 

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Het eerste deel van de samenstelling 
is geen ZN 
Het eerste deel van de samenstelling is uniek
Het eerste deel van de samenstelling heeft ook een meervoud op -S
Het eerste deel van de samenstelling heeft geen meervoud
Het geheel is een BN en het 1e deel versterkt het 2e deel
jongeman 
zonnebank
keuzestress
rijstepap 
beregoed 

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Samenstellingen
A
fantasieboeken
B
fantasie boeken
C
fantasyboeken
D
fantasy boeken

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen samenstelling
A
kansrijk
B
hoopvol
C
belangrijk
D
hopelijk

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen samenstelling?
A
jongensboek
B
stadsschouwburg
C
gewitte
D
apetrots

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Samenstellingen
A
koninginnensoep
B
koninginnesoep

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Samenstellingen
A
pannenkoek
B
pannekoek

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een samenstelling?
A
Een woord met een streepje erin
B
Een woord dat uit minimaal twee lettergrepen bestaat
C
Een woord dat bestaat uit meerdere werkwoorden
D
Een woord dat bestaat uit meerdere zelfstandig naamwoorden

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Samenstellingen
A
beresterk
B
berensterk

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een samenstelling?
A
avon+tuur = avontuur
B
melk + pak = melkpak
C
honger+ig = hongerig

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Samenstellingen
A
groentesoep
B
groentensoep

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk voor 28 februari
Spelling blok 4
Maken opdracht 1 t/m 6

Dictee op school.
Leren de schrijfwijze van samenstellingen



Slide 22 - Slide

This item has no instructions