> Je weet hoe Karel de Grote het Frankische rijk uitbreidde.
> Je kunt uitleggen hoe het Frankische rijk werd bestuurd.
> Je kunt uitleggen hoe in het Frankische rijk het christelijk geloof verspreid werd en welke rol geestelijken daarin speelden.
> Je kunt uitleggen hoe in de tijd van Karel de Grote de samenleving georganiseerd was.