3.1: Monniken en ridders Herhaling

3.1 Monniken en ridders
BOEK A: Bladzijde 92-99
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.1 Monniken en ridders
BOEK A: Bladzijde 92-99

Slide 1 - Slide

3.1 Monniken en ridders

Slide 2 - Slide

Monniken en ridders

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De ondergang van het Romeinse Rijk

Slide 8 - Slide

Einde van het Romeinse Rijk
Rond het jaar 500 werd het Romeinse Rijk binnengevallen door verschillende volken. 

Een van deze volken, de Franken, veroverde grote stukken land. 

Zo ontstond het Frankische Rijk

Slide 9 - Slide

Frankische Rijk
Van 500 tot ongeveer 800 veroverde de Franken het blauwe stuk land. 
Rond 800 lukte het de Franken met hun leider, Keizer Karel de Grote, om de oranje gebieden te veroveren.

Slide 10 - Slide

Karel de Grote
Het Frankische Rijk

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Denk even terug aan hoofdstuk 2.
Waardoor viel het Romeinse rijk uiteen?
Tip!
Lees bladzijde 64 voor het antwoord. 
Tekst

Slide 17 - Open question

Het antwoord...
Door mislukte oogsten verhuisde veel mensen tegelijk (volksverhuizingen).
Het Rijk werd opgesplitst en viel uiteen. 

Slide 18 - Slide

Welk volk werd na het uiteenvallen van het Romeinse Rijk erg machtig in Europa?
A
De Franken
B
De Arabieren
C
De Ottomanen
D
De Bataven

Slide 19 - Quiz

De tijd van Monniken en Ridders duurde van ..... tot ..... .

Slide 20 - Open question

Karel de Grote was...
A
Koning
B
Keizer
C
Hertog
D
Graaf

Slide 21 - Quiz

Bekijk de afbeelding op de volgende slide en maak daarna de vraag.
Welke landen herken je?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Op het plaatje zie je het Frankische rijk (paars). Welke landen lagen in dit Rijk?
Probeer er minimaal 3 te noemen.

Slide 24 - Open question

Lesdoelen

> Je weet hoe Karel de Grote het Frankische rijk uitbreidde.
> Je kunt uitleggen hoe het Frankische rijk werd bestuurd.
> Je kunt uitleggen hoe in het Frankische rijk het christelijk geloof verspreid werd en welke rol geestelijken daarin speelden.
> Je kunt uitleggen hoe in de tijd van Karel de Grote de samenleving georganiseerd was.
Wat heb je geleerd..
Je weet nu....

  • Hoe Karel de Grote het Frankische rijk uitbreidde.
  • Hoe het Frankische rijk werd bestuurd.

Slide 25 - Slide