oefenen voor de toets

Agrarisch bedrijf van de toekomst 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GroenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Agrarisch bedrijf van de toekomst 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ruwvoer ???

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de juiste omschrijving van productie voer ?
A
Voer dat voldoende is om het dier in leven en gezond te houden.​ ​
B
Dit voer zorgt ervoor dat een dier kan groeien of producten kan produceren.​ ​
C
Voer met weinig voedingsstoffen maar wel veel vezels en ruwe celstof.​ ​
D
Voer wat de boer van het land haalt voor zijn koeien

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan een nadeel zijn van een automatisch voersysteem ?
A
Minder contact met de dieren​
B
De dieren kunnen niet meer kiezen wanneer ze gaan eten
C
Het voeren gaat te snel
D
De boer is veel tijd kwijt om het systeem te vullen met voer

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Precisielandbouw is elk gewas
precies geven wat het op dat moment nodig heeft.
Juist
Onjuist

Slide 5 - Poll

Juist 

Welke uitspraken zijn juist? en welke onjuist ?
Juist
Onjuist
Veevoer uit Zuid-Amerika kost veel brandstof en is dus niet duurzaam.​
Stroken teeld is goed voor Het bodemleven​
Doordat grondstoffen optimaal benut worden, is kringlooplandbouw minder belastend voor het milieu en klimaat.
Strokenteeld gaat ten koste van de opbrengst 

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Automatisering in de dierhouderij​
voorbeelden zijn ?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

De Luchtwasser
Welk antwoord klopt niet ?
A
Afgezogen lucht wordt gereinigd.​ (minder ammoniak)
B
Warme afgezogen lucht warmt ingaande lucht op​
C
Zorgt voor minder stookkosten
D
Mest wordt gescheiden in dik (droog) en dun (nat) gedeelte.​

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Om productiedieren te mogen houden moet je aan allerlei regels en vergunningen voldoen.​


juist
Onjuist

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

Een gezelschapsdieren kosten tijd en geld. ​
Een productie dier levert geld op
juist
onjuist

Slide 10 - Poll

This item has no instructions

Bij biologische landbouw moet de boer zich aan veel regels houden welk antwoord hoort hier niet bij ?
A
Geen kunstmest gebruiken​
B
De boer moet een diploma biologie hebben
C
Geen bestrijdingsmiddelen gebruiken​
D
Veevoer uit de regio gebruiken​

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Dieren eten planten en produceren mest.​

Stoffen uit de mest zorgen ervoor dat planten goed kunnen groeien.​ Hoe noemen we dit ?
A
kringloop van stoffen
B
Biologische productie
C
antarctische circulatie
D
bodem uitputting

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Akkerbouw
veeteelt
tuinbouw
houden van dieren voor vlees, melk en eieren​
bebouwen van akkers voor graan of aardappelen
het kweken van groente, fruit en planten op kleine oppervlaktes.​

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Productiebedrijf​
Verwerkingsbedrijf​
Toeleveringsbedrijf​
vermeerderingsbedrijf
verwerkt producten van productiebedrijven tot producten voor de consument.​
levert producten en materialen aan agrarische bedrijven.​


vermeerdert agrarische producten.​
Een productiebedrijf is een bedrijf dat producten produceert.​

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Wat is een bedrijfskolom?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

In de agrarische sector werken veel mensen.​

Alle mensen en bedrijven samen vormen de agrarische bedrijfskolom

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vijf vrijheden van Brambell
welke ken je ?

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Dierenwelzijn
Vijf vrijheden van Brambell

-  Dieren zijn vrij van honger en dorst. 
-  Dieren zijn vrij van lichamelijk ongerief
-  Dieren zijn vrij van pijn, verwonding en ziekte. 
-  Dieren moeten vrij zijn van angst en chronische stress
-  Dieren moeten vrij zijn om hun natuurlijk gedrag te vertonen

 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

De planten (appels, mais of uien) staan buiten.
Opbrengst afhankelijk van het weer.



Gesloten teelt:

Planten staan in een kas of schuur.

De kweker regelt zelf de temperatuur, water en licht.


A
Open teelt
B
gesloten teelt

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Planten staan in een kas of schuur.
De kweker regelt zelf de temperatuur, water en licht.


A
Open teelt
B
Gesloten teelt

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Grootschalige bedrijven: 
Kleinschalige bedrijven
Ze werken op zo’n manier dat de opbrengst van het land of het dier het hoogst is. 
 
    intensieve landbouw. 

extensieve landbouw. 

Minder grond en stallen
Opbrengst vaak kleiner 
Om genoeg inkomen te krijgen hebben ze vaak een tweede tak:  
mini-camping
zorgboerderij
boerderijwinkeltje 

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions