1.2 Inkomsten en uitgaven

1. Jouw financiën
1.2 Inkomsten en uitgaven
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1. Jouw financiën
1.2 Inkomsten en uitgaven

Slide 1 - Slide

Planning
  • 15 minuten zelfstandig werken om paragraaf 1.1 af te maken
  •  Bespreken moeilijke vragen
  • Leerdoelen 1.2: Inkomsten en uitgaven
  • Opdracht
  • Uitleg paragraaf 1.2 
  • Zelfstandig werken
  • Leerdoelen checken. 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan aan de hand van voorbeelden het verschil uitleggen tussen dagelijkse uitgaven, vaste
     lasten en incidentele uitgaven.
  • Ik kan inkomsten in 3 categorieën onderverdelen.
  • Ik kan een begroting opstellen.
  • Ik kan oplossingen voorstellen om een begroting sluitend te maken.

Slide 3 - Slide

Afmaken 1.1
-Werken in stilte
-Eerder klaar? Lees paragraaf 1.2
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 1.2
  • Ik kan aan de hand van voorbeelden het verschil uitleggen tussen dagelijkse uitgaven, vaste
     lasten en incidentele uitgaven.
  • Ik kan inkomsten in 3 categorieën onderverdelen.
  • Ik kan een begroting opstellen.
  • Ik kan oplossingen voorstellen om een begroting sluitend te maken.

Slide 5 - Slide

Verdeel de onderstaande
uitgaven in 3 logische groepen.
  • Schrijf de uitgaven over op post-its
  • Werk in tweetallen
Huur
Citytrip
Drank
Reparatie auto
Hondenbrokken
Abonement Netflix
Wasproduct
Gas, water en elektriciteit
Nieuwe telefoon
Verjaardagscadeau
Schoonmaakmiddel
Zorgverzekering
Tandpasta en shampoo
Hypotheek
Tandarts
timer
3:00

Slide 6 - Slide

Verdeel de onderstaande 
uitgaven in 3 logische groepen.
  • Juiste oplossing, maar waarom?

Vaste lasten                                    Huishoudelijke uitgaven               Incidentele uitgaven
  Huur
Drank
Citytrip
  Abonnement Netflix
Hondenbrokken
Reparatie auto
  Gas, water en elektriciteit
Wasproduct
Nieuwe telefoon
  Zorgverzekering
Schoonmaakmiddel
Verjaardagscadeau
  Hypotheek
Tandpasta en shampoo
Tandarts

Slide 7 - Slide

1.1 Behoeften en middelen
Uitgaven
Er zijn 3 soorten uitgaven:

  • Huishoudelijke uitgaven: dagelijkse uitgaven en persoonlijke verzorging.
  • Vaste lasten: komen met enige regelmaat terug.
  • Incidentele uitgaven: onverwachte of grote uitgaven waarvoor je best reserveert.
      
      

Slide 8 - Slide

In de pauze een broodje kopen bij de AH.
A
huishoudelijke uitgave
B
incidentele uitgave
C
vaste last

Slide 9 - Quiz

Reparatie van een computer?
A
huishoudelijke uitgave
B
incidentele uitgave
C
vaste last

Slide 10 - Quiz

Aankoop van shampoo?
A
huishoudelijke uitgave
B
incidentele uitgave
C
vaste last

Slide 11 - Quiz

Abonnement van je telefoon
A
huishoudelijke uitgave
B
incidentele uitgave
C
vaste last

Slide 12 - Quiz

Aankoop van een wasmachine?
A
huishoudelijke uitgave
B
incidentele uitgave
C
vaste last

Slide 13 - Quiz

Verdeel de onderstaande
inkomsten in 3 logische groepen.
  • Schrijf de inkomsten over op post-its
  • Werk in tweetallen
Loon
Huur
Zorgtoeslag
Rente
AOW
Dividend
Kinderbijslag
Studiefinanciering
Bonus
Eindejaarsuitkering
Vakantiegeld
Pacht
Overwerkvergoeding
Winst
Werkloosheidsuitkering
timer
3:00

Slide 14 - Slide

Verdeel de onderstaande
inkomsten in 3 logische groepen.
  • Vergelijk jullie oplossing met die van een ander tweetal.
  • Probeer tot één eindresultaat te komen.
Loon
Huur
Zorgtoeslag
Rente
AOW
Dividend
Kinderbijslag
Studiefinanciering
Bonus
Eindejaarsuitkering
Vakantiegeld
Pacht
Overwerkvergoeding
Winst
Werkloosheidsuitkering
timer
3:00

Slide 15 - Slide

Verdeel de onderstaande
inkomsten in 3 logische groepen.
  • Juiste oplossing, maar waarom?
Loon
Huur
Zorgtoeslag
Bonus
Pacht
AOW
Vakantiegeld
Dividend
Studiefinanciering
Eindejaarsuitkering
Rente
Kinderbijslag
Overwerkvergoeding
Winst
Werkloosheidsuitkering
timer
1:00

Slide 16 - Slide

Juiste oplossing maar waarom?

Slide 17 - Open question

1.1 Behoeften en middelen
Inkomsten
Primair inkomen (inkomens met tegenprestatie)
  • Inkomsten uit arbeid
  • Inkomsten uit bezit

Secundair inkomen of besteedbaar inkomen
  • Primair inkomen minus belastingen
  • Overdrachtsinkomens (inkomens zonder tegenprestaties)
      

Slide 18 - Slide

Wat versta jij onder 'je budget'?

Slide 19 - Open question

Op welke soort uitgaven kan ik niet besparen? Leg ook uit waarom.

Slide 20 - Open question

1.1 Behoeften en middelen
Budgetteren
Een begroting is een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven:

Begrotingsoverschot:
  • Inkomsten > uitgaven
  • Geld sparen of reserveren
Begrotingstekort:
  • Inkomsten < uitgaven
  • Bezuinigen op huishoudelijke en incidentele uitgaven

Slide 21 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan aan de hand van voorbeelden het verschil uitleggen tussen dagelijkse uitgaven, vaste
     lasten en incidentele uitgaven.
  • Ik kan inkomsten in 3 categorieën onderverdelen.
  • Ik kan een begroting opstellen.
  • Ik kan oplossingen voorstellen om een begroting sluitend te maken.

Slide 22 - Slide