nieuwe examenvragen

7 nieuwe vraagtypen examen
Tekst 1 Nooit meer niksdoen
1 / 8
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 8 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

7 nieuwe vraagtypen examen
Tekst 1 Nooit meer niksdoen

Slide 1 - Slide

1. Verschillende bronnen combineren
  • meer dan 2 bronnen per thema
  • meer spreiding type bronnen (niet alleen krant)
  • meer spreiding kwaliteit (ook bv. internetreacties)
  • elementen van multimodaliteit (bv. infographics, cartoons)

niet zoals bij andere vakken, maar verhouding tot inhoud van de tekst, geen rekenvaardigheid of kennisinhoud

Slide 2 - Slide

2. Functionele argumentatievragen
  • mate en manier waarop (een deel) van de argumentatie bijdraagt aan communicatieve doel


bijvoorbeeld: het verzamelen van argumenten voor het voorbereiden van een betoog

Slide 3 - Slide

3. Figuurlijk taalgebruik
  • stijl en retorica
  • de sturing van een schrijver bepalen bij een keuze voor bepaalde beeldspraak: adequaat (of manipulatief)?

bijvoorbeeld: het noemen van figuurlijk taalgebruik dat de schrijver inzet in een tekstdeel en of die gepast is.

Slide 4 - Slide

4. Framing
  • het vermoedelijke effect dat de schrijver wilde bereiken met specifieke woorden of perspectieven 

bijvoorbeeld: een meerkeuzevraag waarbij je de effecten van een tekstgedeelte moet benoemen.

Slide 5 - Slide

5. Synthesetaken
  • lijkt op de 'overkoepelende vragen bij tekst X en Y'
  • inhoudelijke beweringen zelf in een nieuw functioneel of inhoudelijk verband brengen

bijvoorbeeld: klopt het beeld dat wordt geschetst in bron 1 als je die vergelijkt met bron 2?

Slide 6 - Slide

6. Sorteertaken
  • lijkt op synthese, maar woordgroepen, beweringen of bronnen ordenen

bijvoorbeeld: mogelijke voor- en tegenargumenten voor een stelling in kaart brengen

Slide 7 - Slide

7. Bruikbaarheid en betrouwbaarheid teksten
  • betrouwbaarheid: bron, kwaliteit onderbouwing, taalgebruik, samenhang gedachtengang, mate van veronderstelde voorkennis, mate waarin het zelf op de hoogte blijkt te zijn
  • bruikbaarheid: bepaald scenario wordt gegeven en voldoet de bron dan aan de criteria?

bijvoorbeeld: het beoordelen van een betoog


Slide 8 - Slide